1. Jessica werd een tiener met de populariteitswens in de vorige keer. Hier krijgen jullie een special!
2. Het is donker en erg stil. Dat weet ik want ik slaap niet. Ik kan me nog herinneren dat ik op straat liep en viel. Ik wil mijn ogen openen maar ik durf niet. Ik ben bang voor wat me te wachten staat. Maar langzaam laat ik mijn hand naar beneden glijden. Ik til mezelf op en maak mijn ogen open.
3. Ik sta nog niet gelijk op maar ik hurk op de stoep. Druppels glijden over mijn lichaam. Snel pak ik de paraplu die naast me ligt. Het is een rode paraplu. Rood… Mijn moeders lievelings kleur.
4. Ik loop voorzichtig naar de prullenbak die is omgevallen. Ik ga er op zitten met mijn paraplu nog steeds in de lucht. Waar is mijn moeder eigenlijk? Duizenden gedachten tollen door mijn hoofd wat er met mijn moeder kan gebeuren. Ze is namelijk niet zo jong meer…
5. Er klinkt geritsel uit de bosjes. Snel draai ik mij om. ‘Is daar iemand?’ vraag ik met een bibberende stem. Ik hoor niks meer. Ik zucht opgelucht en draai me weer om.
6. Ik hoor hoge piepjes en verschillende geluiden waarvan ik niet weet wat het is. Verschrikt sta ik op en schijn met mijn zaklamp op de plek waar het geluid vandaan komt. ‘Ik weet dat er iemand is. Laat jezelf zien of ga weg.’
7. Een hond, of nee, eerder een wolf komt uit de bosjes gerend. Hij krabt zich achter zijn oren en kijkt me recht in mijn ogen aan. Stap voor stap komt hij naar me toe en stap voor stap loop ik naar achter.
8. Hij gromt en ik laat van schrik mijn zaklamp vallen. Ik gil en ren achteruit. Ik val en er volgt een harde donderslag. Oranje gekleurde vonken bewegen om de bomen en struiken.
9. Snel sta ik op en probeer achteruit te rennen. Maar ik wordt gedwongen door mezelf om dichter bij het vuur te komen. ‘Beestje, vlucht ga alsjeblieft weg.’ Schreeuw ik tegen het dier.
10. Maar in plaats dat het dier weg gaat blijft het bij me. Hij trekt aan mijn rok en neemt me mee. De wolf heeft mijn leven gered. Ik sta nu veilig. Tenminste dat denk ik. Het vuur spreidt zich verder uit.
11. Gelukkig dooft het regenwater het vuur en kan ik weer opgelucht ademen. Het dier snuffelt aan mijn voeten en kijkt me met zijn oogjes aan. Ik zie nu dat hij geen vlieg kwaad doet.
12. Hurkend zit ik voor hem en aai hem over zijn zachte snuit. Hij likt mijn hand. Ik glimlach. Wat een lief beestje. Dan valt het me op dat hij twee kleuren ogen heeft. Een rode en een blauwe.
13. Als ik wil opstaan loopt hij weg. ‘Doei lief diertje…’ zeg ik zacht. Maar hij loopt niet weg. Hij blijft staan bij een boom en kijkt achterom.
14. Ik raap mijn zaklamp op en loopt achter hem aan. Het lijkt alsof hij me iets wilt laten zien. Op elk geluid dat ik hoor reageer ik. Ik ben doodsbang dat er iemand achter me aan komt. Maar op een of andere manier voel ik me veilig bij dit dier.
15. Bello… Zo noem ik hem. Bello loopt nog wat door en blijft dan ineens stil staan. Hij kijkt ergens naar. Ik probeer te zien wat het is maar ik zie het niet. Dan ineens zie ik iets liggen…
16. Zo snel ik kan ren ik er naar toe. Ik weet wat het is en het is dierbaar voor me. Het lijkt eeuwig te duren voordat ik er ben. Maar eigenlijk duurde het maar tien seconden.
17. Mama… Mijn moeder ligt bij het water. Haar jurk is nat. Hoe lang zou ze er nu al liggen? Haar grijze haren waaien mee met de wind. Het is nog steeds erg donker.
18. Ik klap mijn paraplu weer uit en kniel bij haar neer. Ze beweegt eventjes en sluit dan haar ogen weer. Ik pak mijn moeder hand. ‘Mam, wat is er. Alsjeblieft, sterf niet.’ Maar ik voel dat ze er niet meer is.
19. Ik barst in tranen uit. Mijn moeder… weg van deze wereld. Hoe kan het gebeuren? Ze was zo levendig en vrolijk. Het lijkt alsof er een deel van mij is weg gevaren met de boot. Helemaal weg, naar een plek waar niemand is.
20. Ik ga tegen een boom zitten en leg mijn hand op mijn hoofd. Wat moet ik nu? Waar ben ik? Hoe moet ik zonder haar leven? Bello is inmiddels verdwenen. Het enige wat ik nog had. Alles is weg…
21. Ik ga voor het graf van mijn moeder zitten. Ik steek een kaars aan en sluit mijn ogen. ‘Lieve moeder, je blijft voor altijd in mijn hart. En op een dag zullen we weer herenigt worden. Dan zijn we samen. Samen voor eeuwig.’
22. De special voor vandaag. Is Loretta echt dood? Dat lees je wel de volgende keer!