9. 9
Fort Cormantijn 1665
Michiel de Ruyter
De Ruyter’s patrouille vloot
Fort Cormantijn, Roya African Company
Rijksmuseum Obj.no. RP-P-OB-47.402
Hertog van York
17. 17
Conclusie
• Verhalen vertellen
• Draagt bij zichtbaarheid van vergeten objecten
• Kleurstoffen onderzoek, niet alleen kleur
• Samenwerking en multidisciplinariteit
• Podium voor onderzoek op aanvraag
18. 18
Acknowledgement
Suzan Meijer: Head of the textile restoration department @ Rijksmuseum of Amsterdam
Elsje Janssen: Textile conservator @ Rijksmuseum of Amsterdam
Andrea Lang: Textile restorator @ Deutsches Historisches Museum
Ineke Joosten: Researcher @ RCE
Martijn Manders: Programmaleider maritiem/sr. archeoloog maritiem @ RCE
19. www.cultureelerfgoed.nl
1919
25th
Best Paper Award at the International Congress of Vexillology
recognizes outstanding scholarship and presentation of the paper:
Hidden History Behind the Colorants of Banners
Notas do Editor
Over het artikel ‘Hidden history behind the colorants of banners’ , dat binnenkort gepubliceerd word, zal ik kort wat over vertellen. Naast de projecten in de onderzoeksagenda lopen, doet het RCE in Amsterdam ook onderzoek op aanvraag.
Dit zijn vaak specifieke vragen van musea waar een snel gestandaardiseerde onderzoeksmethode wordt toegepast op een object. Te vergelijken met DNA profilering in een forensisch instituut. Voor textiel en kleur analyse wordt hier elektronenmicroscopie en chromatografie gebruikt.
Afgelopen 2 jaar verschillende onderzoek op aanvraag betrof unieke vlaggen uit onder anderen het rijksmuseum van Amsterdam. Hierdoor is het idee ontstaan om de casestudies te bundelen in één onderzoek artikel.
Jullie zijn bekend met het verhaal van Willem Barents en de overwintering in Nova Zembla, wat minder bekend is dat de avonturier Gardiner het behouden huis terugvond in 1876 en tientallen objecten mee terug nam, onder anderen fragmenten van de zo geheten Barentsvlag.
Deze fragmenten zijn gedoubleerd, dat wilt zeggen op een steunlaag gelijmd en bijgeverfd met synthetisch kleurstof, dit bemoeilijkte de kleuranalyses, maar wij zijn uiteindelijk in geslaagd om alsnog de kleurstofbronnen van de originele verving te identificeren.
In Deens-Zweedse oorlog toen Copenhagen belegerd werd, kwam de Sont in Zweedse handen ten nadelen van tol prijzen voor Nederlandse Oostzeeaarders. Een scheepsvloot onder leiding van Wassenaar Obdam is gestuurd om de Denen te helpen. Twee buit gemaakte Zweedse vlaggen uit de slag zijn dus onderzocht. De restaurator bekijkt hier een deel van de kleinere uitgerolde vlag.
Een doorbraak in casestudie is dat hoewel Wede en Indigo, chemisch niet van elkaar te onderscheiden zijn, waren we toch in staat om de productie proces te onderscheiden en vonden dat de gebruikte bron indigo pigment moest zijn.
Een ander opgeloste vraag, is de identificatie van textiel overblijfsels in de grotere Zweedse vlag, het was niet zoals gedacht een vervaagde blauwe reparatie, dit omdat de Zweedse vlag vernietigt en vervangen moest worden bij veroudering blijkt na complementair historisch onderzoek. Daarom zijn deze vlaggen de oudst geconserveerde Zweedse vlaggen die er bestaan. Dat stukje textiel blijkt restant te zijn van drie kronen, die voorkwamen in die tijd zoals op het schilderij van Van der velden te zien is.
In 1665 was de Republiek een handels macht op zee, ook in Afrikaanse goudkust waren verschillende Nederlandse handelsposten, deze forten werden plotseling door een engelsen belaagd. Michiel de Ruyter toen op patrouille in noord Afrika snelde naar de Goudkust om de forten te bevrijden. Michiel de Ruyter vermoedde dat de Hertog van York hier verantwoordelijk voor was. York was het hoofd van de Royal African Company, concurrent van de West Indisch Companie. Michiel de Ruyter bezette dus ook fort Cormantijn de hoofdkantoor van de Royal African Company. En hernoemde deze Fort Amsterdam. Een jaar later zou de Hertog van York, Nieuw Amsterdam ook hernoemen naar zichzelf misschien als vergelding voor Cormantijn.
De vlag uit Cormantijn is bekend uit één overgebleven prent uit 1664 hier het Engels schip de Madeross, een schip die handelde in Afrikaanse slaven en roodhout uit Jamaica. Het rood in deze vlag is dan ook afkomstig uit een mix van deze roodhout en de Europese meekrap wortel. Invoer in Engeland van roodhout was exclusief voor Engelse schepen die deze vlag vlogen, Nederlandse schepen werden namelijk geboycot.
De macht van de Nederlanden over handelsroutes op zee leidde in de 17 de eeuw tot meerdere oorlogen met de Engelsen. Een aantal geblakerde Engelse vlaggen zijn onderzocht. Na de eerste Engels-Nederlandse oorlog zijn nieuwe afspraken gemaakt over het gebruik van vlaggen op schepen. Bij onderzoek is er gekeken naast kleurbronnen naar de breedte van weefgetouw strippen.
Zo konden we drie vlaggen die op de zelfde bronnen geverfd waren en met de zelfde strip breedte clusteren B,C en D. Deze clusters hadden de juiste grootte om uit een schip te kunnen komen. Een admiral of een vice admiral of the fleet zoals op de twee bovenste vlaggen configuratie, bekend voorbeeld de Royal Charles, hier op de Schilderij. Vlaggen waren een belangrijk communicatie middel tijdens deze zeeslagen.
Een ander 17 de eeuws scheepsvlag gelabeld: stad van Middelburg is ook onderzocht, weinig was bekend van deze vlag. De geblakerde vlag, mogelijk door rookschade tijdens een zeeslag is op kleurstof bronnen onderzocht, deze plaatsen de vlag na het verlies van Nederlands-Brazilië in de tweede helft van de 17 de eeuw. De kleuren en het ontbreken van de Compagnie cijfer wijzen erop dat het gaat om een schip in dienst van de admiraliteit van Zeeland. Tijdens de tweede Engelse oorlog werden bewapende VOC schepen ingehuurd om mee te vechten. Dankzij databases van VOC en WIC schepen inventarissen is het mogelijk geweest om het schip te vinden waar deze vlag mogelijk aan toe behoorde.
VOC schip de Oranje, hier op een schilderij op zijn laatste missie naar Batavia, is tijdens de slag bij Lowestoft ingezet. Spiegel retour de Oranje, na de dood van Admiraal van Obdam, verdedigde de terug trekking van de Nederlandse vloot. Het schip zonk uiteindelijk. De half verbrandde vlag van de oranje is dan geen oorlogsbuit maar memorabilia van deze slag. De staten generaal verbod ná deze zeeslag het stelselmatig inhuren van VOC schepen voor oorlog.
De informatie in dit artikel zal gekoppeld worden aan de RCE-Machu database dat per 1 oktober gelanceerd wordt, collegas maritiem programma. hier wordt historisch en archeologisch onderzoek samengebracht in een gis-systeem voor scheepswrakken. Hier ziet u de ligging van het wrak van de Oranje.
Een laatste vlag wat ik wil laten zien is de oorlogsvlag ter zee van de Duitse bond. De goud gele kleur van vlag uit het Duits historisch museum is geheel vervaagd en men dacht dat dit mogelijk vroeg synthetische kleurstof was. Nu blijkt de bron ververs eik te zijn. Deze eik is door noord Amerikaanse indianen gebruikt, en het ververs eik is na 1818 in Beieren geplant voor de kleurstof winning, de bomen hebben 30 jaar nodig om de kleurstof te kunnen oogsten en dit valt precies in de tijd van makelij van de vlag, Ververeik geeft samen met een tin beits een gouden kleur aan wol, maar deze is helaas erg licht gevoelig.
Ter conclusie; Materiaal onderzoek met SEM en UPLC helpen verhalen van de objecten te vertellen vanuit de context. Dit draagt ook bij aan de zichtbaarheid van erfgoed objecten, die vaak niet toonbaar zijn wegens uiterlijk. Identificatie van kleurstoffen vertelt ons ook geschiedenissen over handels routes van naties of streken. Samenwerking met de verschillende programma's en sectoren binnen het RCE en met onze museum partners bevorderd de kwaliteit en multidisciplinariteit binnen ons instituut Voor deze case studies en de verhalen is een podium gevonden, in
het internationaal vexillologisch congres dat dit jaar in Rotterdam gehouden is. Met presentaties uit van een 40-tal landen, waar nautisch en leger musea prominent aanwezig waren. Het congres comité kennen een award toe voor beste paper van het jaar en dit jaar heeft iemand van het RCE deze in de wacht gesleept.
For outstanding scholarship and presentation of the paper.