SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 394
Baixar para ler offline
FIAT
STILO
603.45.644 NL
INSTRUCTIEBOEK
G   eachte cliënt,
Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Stilo.
Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk onderdeel van uw Fiat Stilo leert kennen en u uw auto op de juiste
manier zult gebruiken. Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto
gaat rijden. Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van
uw Fiat Stilo volledig te benutten.
  A  ls uw Fiat Stilo buiten gebruik wordt gesteld, dan kan deze vrijwel geheel worden gerecycled, omdat voldaan wordt
aan de voorwaarden van het F.A.RE.-project. Dankzij dit project kunnen de Fiat-dealers uw voertuig milieuvriendelijk
(en geheel volgens de wettelijke normen) buiten gebruik stellen, als u tot de aanschaf van een nieuwe auto overgaat. Voor
het milieu heeft dat een groot voordeel: niets gaat verloren, niets wordt gestort en er zijn minder nieuwe grondstoffen
nodig.
  Wij raden u aan om de aanwijzingen en tips bij de symbolen onder aan de pagina aandachtig te lezen:
      veiligheid van de inzittenden;

      conditie van de auto;

      bescherming van het milieu.

  In de SERVICE- EN GARANTIEHANDLEIDING vindt u naast het schema voor het geprogrammeerd onderhoud:
– het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden
– een overzicht van de speciale aanvullende service voor cliënten.

  Veel leesplezier en goede reis!
           Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van de Fiat Stilo beschreven worden,
               dient u zich aan de informatie te houden met betrekking tot de uitrusting,
                    de motoruitvoering en het model van de auto die u gekocht hebt.
ABSOLUUT LEZEN!
BRANDSTOF TANKEN



  K
             Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON.
             Dieselmotoren: tank uitsluitend dieselbrandstof voor motorvoertuigen die voldoet aan de Europese
             specificatie EN590.



MOTOR STARTEN
        Benzinemotoren met handgeschakelde versnellingsbak: controleer of de handrem is aangetrok-
        ken; zet de versnellingspook in vrij; trap het koppelingspedaal volledig in, maar trap het gaspedaal niet in;
        draai vervolgens de start-/contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat.
        Benzinemotoren met Selespeed versnellingsbak: trap het rempedaal volledig in; draai vervolgens de
        start-/contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat; de versnellingsbak staat
        automatisch in de vrijstand.
        Dieselmotoren: draai de start-/contactsleutel in stand MAR en wacht tot de waarschuwingslampjes Y
        en m doven; draai de start-/contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat.


PARKEREN BOVEN BRANDBARE MATERIALEN
             Omdat tijdens de werking de katalysator zeer warm wordt, verdient het aanbeveling niet te parkeren
             boven gras, droge bladeren, dennennaalden of ander brandbaar materiaal: brandgevaar.
BESCHERMING VAN HET MILIEU
De auto is uitgerust met een diagnosesysteem, dat continu controles uitvoert op de componenten die
van invloed zijn op de uitlaatgasemissie zodat overmatige vervuiling van het milieu wordt voorkomen.



ELEKTRISCHE APPARATUUR
Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die stroom verbruiken (waardoor de accu lang-
zaam kan ontladen), dient u contact op te nemen met de Fiat-dealer. Deze kan controleren of de elek-
trische installatie van de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik.

CODE-card
Bewaar de CODE-card op een veilige plaats, maar niet in de auto. Wij raden u aan de elektronische code
van de CODE-card altijd bij u te hebben omdat deze onmisbaar is voor het uitvoeren van een noodstart.



GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Bedenk dat een goed onderhoud van de auto de beste manier is om de prestaties en de veiligheid van
de auto gedurende langere tijd te garanderen. Daarbij wordt ook het milieu ontzien en blijven de exploi-
tatiekosten laag.


IN HET INSTRUCTIEBOEKJE…
…vindt u informatie, tips en belangrijke waarschuwingen voor het juiste gebruik, veilig rijden en het
onderhoud van uw auto. Let vooral op de symbolen " (veiligheid van de inzittenden), # (bescherming
van het milieu) en ! (conditie van de auto).
EN BEDIENING          DASHBOARD EN BEDIENINGSKNOPPEN
 DASHBOARD



                      DASHBOARD ......................................................................             5    PLAFONDVERLICHTING ................................................                               127
                      INSTRUMENTENPANEEL ................................................                          6    BEDIENING ..........................................................................              129
         VEILIGHEID




                      SYMBOLEN ...........................................................................         8    INTERIEURUITRUSTING ...................................................                           131
                      FIAT CODE ..........................................................................         8    “SKYWINDOW”
                      DE SLEUTELS .......................................................................         10    (OPENDAK MET LAMELRUITEN) .................................                                       137
   EN RIJDEN
    STARTEN




                      DIEFSTALALARM ................................................................              21    PORTIEREN ..........................................................................              144
                      START-/CONTACTSLOT ................................................                         25    ELEKTRISCHE RUITBEDIENING ....................................                                    145
                      INSTRUMENTEN ................................................................               27    BAGAGERUIMTE ................................................................                     147
   EN BERICHTEN
     LAMPJES




                      MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ....................................                               30    MOTORKAP .........................................................................                161
                      INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL                                                                       IMPERIAAL/SKIDRAGER ...................................................                           162
                      DISPLAY .................................................................................   62
                                                                                                                        KOPLAMPEN .......................................................................                 163
                      ZITPLAATSEN .....................................................................           78
   GEVALLEN
    NOOD-




                                                                                                                        ABS ..........................................................................................    165
                      HOOFDSTEUNEN .............................................................                  86
                      STUURWIEL .........................................................................         87    ESP ...........................................................................................   166
                      SPIEGELS ................................................................................   88    ASR ..........................................................................................    168
   ONDERHOUD
    EN ZORG




                      KLIMAATREGELING ..........................................................                  91    EOBD ......................................................................................       170
                      VERWARMING EN VENTILATIE ...................................                                93    AUTORADIO .......................................................................                 171
                      AIRCONDITIONING, HANDBEDIEND ......................                                         95    EXTRA ACCESSOIRES ......................................................                          171
   TECHNISCHE
    GEGEVENS




                      AIRCONDITIONING, AUTOMATISCH MET                                                                  ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING
                      GESCHEIDEN REGELING ................................................                         98   “DUALDRIVE” .....................................................................                 172
                      HULPVERWARMING ........................................................                     104   PARKEERSENSOREN .........................................................                         174
   ALFABETISCH




                      BUITENVERLICHTING .....................................................                     109
    REGISTER




                                                                                                                        EASY GO
                      RUITEN REINIGEN ............................................................                112   (HERKENNINGSSYSTEEM) ..............................................                               176
                      CRUISE-CONTROL ...........................................................                  118   TANKEN MET DE FIAT STILO ......................................                                   188
               4      ADAPTIEVE CRUISE-CONTROL ...................................                                121   BESCHERMING VAN HET MILIEU ................................                                       191
DASHBOARD




                                                                                                                                        EN BEDIENING
                                                                                                                                         DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsknoppen, de instrumenten en de controlelampjes kunnen per uitvoering verschillen.




                                                                                                                                        VEILIGHEID
                                                                                                                                        EN RIJDEN
                                                                                                                                         STARTEN
                                                                                                                                        EN BERICHTEN
                                                                                                                                          LAMPJES
                                                                                                                                        GEVALLEN
                                                                                                                                         NOOD-
                                                                                                                             F0C0155m




                                                                                                                                        ONDERHOUD
                                                                                                                                         EN ZORG
                                                                                                                                        TECHNISCHE
                                                                                                                                         GEGEVENS
1. Uitstroomopening voor lucht naar de zijruiten - 2. Verstelbaar en regelbaar luchtrooster - 3. Bedieningshendel bui-
tenverlichting - 4. Instrumentenpaneel - 5. Verstelbaar en regelbaar luchtrooster - 6. Schakelaar waarschuwingsknip-
perlichten - 7. Bedieningsknoppen autoradio - 8. Airbag voor aan passagierszijde - 9. Bovenste dashboardkastje -
10. Onderste dashboardkastje - 11. Bedieningsknoppen verwarming, ventilatie en airconditioning - 12.




                                                                                                                                        ALFABETISCH
                                                                                                                                         REGISTER
Bedieningshendel ruitenwissers/achterruitwisser/trip computer- 13. Start-/contactslot - 14. Airbag voor aan bestuur-
derszijde - 15. Hendel voor stuurwielverstelling - 16. Toegangsklepje zekeringenkast - 17. Hendel voor motorkapont-
grendeling - 18. Schakelaarpaneel bediening verlichting en toegang tot en instelling van menu.
                                                                                                                                        5
EN BEDIENING          INSTRUMENTENPANEEL
 DASHBOARD




                                                      UITVOERINGEN 1.416V - 1.616V -
         VEILIGHEID




                                                      1.816V

                                                      A- Toerenteller
   EN RIJDEN




                                                      B - Brandstofmeter met waarschu-
    STARTEN




                                                          wingslampje brandstofreserve
                                                      C- Koelvloeistoftemperatuurmeter met
                                                         waarschuwingslampje voor te hoge
   EN BERICHTEN
     LAMPJES




                                                         koelvloeistoftemperatuur
                                                      D - Snelheidsmeter
                                           F0C0008m
                                                      E - Multifunctioneel display.
   GEVALLEN
    NOOD-




                                                      UITVOERINGEN 1.9 JTD 80 -
                                                      1.9 JTD 115 - 1.9 Multijet
   ONDERHOUD




                                                      A- Toerenteller
    EN ZORG




                                                      B- Brandstofmeter met waarschuwings-
                                                         lampje brandstofreserve
                                                      C- Koelvloeistoftemperatuurmeter met
   TECHNISCHE
    GEGEVENS




                                                         waarschuwingslampje voor te hoge
                                                         koelvloeistoftemperatuur
                                                      D - Snelheidsmeter
   ALFABETISCH
    REGISTER




                                                      E - Multifunctioneel display.
                                           F0C0009m




               6
UITVOERINGEN 2.420V Selespeed




                                                       EN BEDIENING
                                                        DASHBOARD
ABARTH en 2.420V handgescha-
kelde versnellingsbak
A - Toerenteller
B - Brandstofmeter met waarschu-




                                                       VEILIGHEID
    wingslampje brandstofreserve
C - Koelvloeistoftemperatuurmeter
    met waarschuwingslampje voor te
    hoge koelvloeistoftemperatuur




                                                       EN RIJDEN
D - Snelheidsmeter




                                                        STARTEN
E - Display kilometerteller (totaalstand,
    inschakeling elektrische stuurbe-
    krachtiging “City” en weergave kop-     F0C0462m




                                                       EN BERICHTEN
    lampafstelling)




                                                         LAMPJES
F - Multifunctioneel display
G - Display digitaal klokje (alleen uit-
    voeringen 2.420V Selespeed
    ABARTH).




                                                       GEVALLEN
                                                        NOOD-
UITVOERING 2.420V met adaptie-
ve Cruise-Control
A - Toerenteller




                                                       ONDERHOUD
B - Brandstofmeter met waarschu-




                                                        EN ZORG
    wingslampje brandstofreserve
C - Koelvloeistoftemperatuurmeter
    met waarschuwingslampje voor te
    hoge koelvloeistoftemperatuur




                                                       TECHNISCHE
                                                        GEGEVENS
D - Snelheidsmeter
E - Display kilometerteller (totaalstand,
    inschakeling elektrische stuurbe-
    krachtiging “City” en weergave kop-




                                                       ALFABETISCH
                                                        REGISTER
    lampafstelling)
F - Instelbaar multifunctioneel display
G - Display digitaal klokje                 F0C0011m




                                                       7
EN BEDIENING
 DASHBOARD
                               SYMBOLEN
                               Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw auto zijn specifiek
                               gekleurde plaatjes aangebracht met daarop symbolen die uw aandacht
                               vragen en die voorzorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen
       VEILIGHEID




                               als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt.
                               Onder de motorkap bevindt zich een plaatje met een korte samenvatting
                               van de symbolen.
 EN RIJDEN
  STARTEN




                               FIAT CODE
                               Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto uitgerust met
 EN BERICHTEN
   LAMPJES




                               een elektronische startblokkering (Fiat CODE). Het systeem schakelt
                               automatisch in als de start-/contactsleutel wordt uitgenomen.
                               In iedere sleutel zit een elektronisch component gemonteerd dat bij het
                               starten van de motor een signaal ontvangt via een speciale antenne die in
 GEVALLEN
  NOOD-




                               het start-/contactslot is ingebouwd. Het signaal wordt bij het starten
                    F0C0145m
                               omgezet in een gecodeerd signaal en vervolgens aan de regeleenheid van
                               de Fiat CODE gezonden, die, als de code wordt herkend, het starten
                               van de motor mogelijk maakt.
 ONDERHOUD
  EN ZORG




                               WERKING
                               Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR draait, dan
 TECHNISCHE




                               stuurt het Fiat CODE-systeem een code naar de regeleenheid van de
  GEGEVENS




                               motor die, als de code wordt herkend, de blokkering van de functies
                               opheft.
                               De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van het systeem de
 ALFABETISCH
  REGISTER




                               door de sleutel verzonden code heeft herkend.
                               Iedere keer als u de contactsleutel in de stand STOP zet, schakelt de Fiat
                               CODE de functies van de elektronische regeleenheid van de motor uit.
           8
Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat     Als het lampje Y tijdens het rijden gaat branden




                                                                                                                   EN BEDIENING
                                                                                                                    DASHBOARD
op het instrumentenpaneel het waarschuwingslampje
Y (indien aanwezig) branden terwijl op het display       ❒ Als het lampje Y gaat branden en tegelijkertijd een
een bericht verschijnt (zie het hoofdstuk “Lampjes en      bericht op het display verschijnt (zie het hoofdstuk
berichten”).                                               “Lampjes en berichten”), dan betekent dit dat het
                                                           systeem een zelfdiagnose uitvoert (bijv. bij een ver-




                                                                                                                   VEILIGHEID
In dat geval raden wij u aan de sleutel in stand STOP      mindering van de spanning). Als u het systeem wilt
en vervolgens in stand MAR te draaien; als de motor        controleren, moet u de auto stilzetten en de con-
geblokkeerd blijft, probeer het dan opnieuw met de         tactsleutel in stand STOP en vervolgens opnieuw in
andere geleverde sleutels. Als de motor nog niet aan-      stand MAR draaien: als er geen enkele storing




                                                                                                                   EN RIJDEN
                                                                                                                    STARTEN
slaat, voer dan zelf een noodstart uit (zie het hoofd-     wordt gevonden, gaat het waarschuwingslampje Y
stuk “Noodgevallen”) en wendt u daarna tot de Fiat-        niet branden.
dealer.
                                                         ❒ Als het waarschuwingslampje Y blijft branden,




                                                                                                                   EN BERICHTEN
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code die in        moet de hiervoor beschreven procedure herhaald




                                                                                                                     LAMPJES
de regeleenheid van het systeem moet worden opge-          worden en de contactsleutel langer dan 30 secon-
slagen. Voor het opslaan van nieuwe sleutels ( maxi-       den in stand STOP worden gezet. Als de storing
maal acht) moet u zich tot de Fiat-dealer wenden.          blijft bestaan, wendt u dan tot de Fiat-dealer.
                                                         ❒ Als het waarschuwingslampje Y blijft branden,




                                                                                                                   GEVALLEN
                                                                                                                    NOOD-
                                                           wordt de code niet herkend. In dat geval moet u de
                                                           sleutel in stand STOP en vervolgens in stand MAR
                                                           draaien; als de motor geblokkeerd blijft, probeer




                                                                                                                   ONDERHOUD
                                                           het dan opnieuw met de andere geleverde sleutels.




                                                                                                                    EN ZORG
                                                           Als de motor nog niet aanslaat, voer dan zelf een
                                                           noodstart uit (zie het hoofdstuk “Noodgevallen”)
                                                           en wendt u daarna tot de Fiat-dealer.




                                                                                                                   TECHNISCHE
                                                                                                                    GEGEVENS
                                                                                                                   ALFABETISCH
         Bij krachtige stoten kunnen de elektronische componenten in de sleutel beschadigd worden.




                                                                                                                    REGISTER
                                                                                                                   9
EN BEDIENING
 DASHBOARD
                                                     DE SLEUTELS

                                                     CODE- CARD
                                                     Bij de auto worden twee sleutels (of, afhankelijk van de uitvoering, CID’s)
       VEILIGHEID




                                                     geleverd en de CODE-card waarop staat aangegeven:
                                                     ❒ de elektronische code (A) voor het uitvoeren van een noodstart (zie
                                                       de paragraaf “Noodstart” in het hoofdstuk “Starten en rijden”)
 EN RIJDEN




                                                     ❒ de mechanische code van de sleutels (B), die bij aanvraag van
  STARTEN




                                          F0C0001m

                                                       duplicaatsleutels aan de Fiat-dealer moet worden medegedeeld.
                                                     Wij raden u aan de elektronische code (A) altijd bij u te hebben omdat
 EN BERICHTEN




                                                     deze onmisbaar is voor het uitvoeren van een noodstart.
   LAMPJES




                                                     BELANGRIJK Om schade aan de elektronische schakelingen in de sleutels
                                                     te voorkomen, mogen de sleutels niet aan directe zonnestraling worden
 GEVALLEN




                                                     blootgesteld.
  NOOD-
 ONDERHOUD
  EN ZORG
 TECHNISCHE
  GEGEVENS
 ALFABETISCH




                    Als de auto wordt verkocht, moeten alle sleutels (of de CID’s) en de CODE-card overhandigd
  REGISTER




                    worden aan de nieuwe eigenaar.


        10
MECHANISCHE SLEUTEL (indien aanwezig)




                                                                                                                   EN BEDIENING
                                                                                                                    DASHBOARD
De sleutel is uitgerust met een metalen baard (A) en dient voor:
❒ het start-/contactslot
❒ de sloten van de portieren en de achterklep




                                                                                                                   VEILIGHEID
❒ het ver-/ontgrendelen van het tankklepje
❒ het openen/sluiten van de ruiten en het opendak met lamelruiten
  (Skywindow) (indien aanwezig)




                                                                                                                   EN RIJDEN
                                                                                                                    STARTEN
                                                                                                        F0C0320m
❒ het dead lock-systeem
❒ de sleutelschakelaar voor het uitschakelen van de airbag aan
  passagierszijde en de zij-airbags achter (indien aanwezig).




                                                                                                                   EN BERICHTEN
                                                                                                                     LAMPJES
Knop (B) dient voor het uitklappen van de metalen baard (A).
Houd voor het inklappen van de metalen baard in de handgreep knop (B)
ingedrukt en draai de baard in de richting van de pijl tot de baard




                                                                                                                   GEVALLEN
vastklikt. Laat hierna knop (B) los.




                                                                                                                    NOOD-
                                                                                                                   ONDERHOUD
                                                                                                                    EN ZORG
                                                                                                                   TECHNISCHE
                                                                                                                    GEGEVENS
                           Druk knop (B) alleen in als de sleutel ver genoeg van het lichaam (speciaal de
           ATTENTIE        ogen) en van voorwerpen die snel beschadigen (bijvoorbeeld kledingstukken) is




                                                                                                                   ALFABETISCH
                           verwijderd. Laat de sleutel nooit onbeheerd achter. Hiermee voorkomt u dat




                                                                                                                    REGISTER
                           iemand (dit geldt in het bijzonder voor kinderen) per ongeluk op de knop drukt.


                                                                                                                   11
EN BEDIENING
 DASHBOARD                                      SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING
                                                De sleutel is uitgerust met een metalen baard (A) en dient voor:
                                                ❒ het start-/contactslot
                                                ❒ de sloten van de portieren en de achterklep
       VEILIGHEID




                                                ❒ het ver-/ontgrendelen van het tankklepje
                                                ❒ het openen/sluiten van de ruiten en het opendak met lamelruiten
                                                    (Skywindow) (indien aanwezig)
                                                ❒ het dead lock-systeem
 EN RIJDEN
  STARTEN




                                     F0C0327m

                                                ❒ de sleutelschakelaar voor het uitschakelen van de airbag aan
                                                    passagierszijde en de zij-airbags achter (indien aanwezig).
                                                Knop Ë voor het op afstand ontgrendelen van de portieren, de achterklep
 EN BERICHTEN
   LAMPJES




                                                en het tankklepje.
                                                Knop Á voor het op afstand vergrendelen van de portieren, de achterklep
                                                en het tankklepje.
                                                Knop R voor het op afstand ontgrendelen van de achterklep.
 GEVALLEN
  NOOD-




                                                Knop (B) voor het uitklappen van de metalen baard (A).
                                                Houd voor het inklappen van de metalen baard in de handgreep, knop (B)
                                                ingedrukt en draai de baard in de richting van de pijl tot de baard
 ONDERHOUD
  EN ZORG




                                                vastklikt. Laat hierna knop (B) los.
                                                Lampje (C) gaat branden als de opdracht naar de ontvanger van het
                                                diefstalalarm is verzonden.
                                                Zie voor de werking van de sleutel met afstandsbediening en alle te
 TECHNISCHE
  GEGEVENS




                                                wijzigen instellingen, de paragraaf “Diefstalalarm” in dit hoofdstuk.
 ALFABETISCH




                               Druk knop (B) alleen in als de sleutel ver genoeg van het lichaam (speciaal de
  REGISTER




                    ATTENTIE   ogen) en van voorwerpen die snel beschadigen (bijvoorbeeld kledingstukken) is
                               verwijderd. Laat de sleutel nooit onbeheerd achter. Hiermee voorkomt u dat
                               iemand (dit geldt in het bijzonder voor kinderen) per ongeluk op de knop drukt.
        12
Portieren en achterklep ontgrendelen




                                                                                      EN BEDIENING
                                                                                       DASHBOARD
Druk de knop Ë kort in voor het op afstand ontgrendelen van de
portieren, de achterklep en het tankklepje. Gelijktijdig wordt het
diefstalalarm (indien aanwezig) uitgeschakeld, de plafondverlichting
tijdelijk ingeschakeld en knipperen de richtingaanwijzers twee keer




                                                                                      VEILIGHEID
(bepaalde uitvoeringen/markten).
Druk de knop Ë langer dan 2 seconden in voor het openen van de ruiten
en het opendak met lamelruiten (Skywindow) (indien aanwezig).
Druk bij de Multiwagon-uitvoeringen twee keer snel achter elkaar op de




                                                                                      EN RIJDEN
                                                                                       STARTEN
knop Ë voor het openen van de opklapbare achterruit (indien aanwezig).     F0C0408m

Als na het ontgrendelen van de portieren en de achterklep binnen enkele
seconden geen enkel portier noch de achterklep wordt geopend, dan
vergrendelt het systeem automatisch de portieren en de achterklep.




                                                                                      EN BERICHTEN
                                                                                        LAMPJES
Als de brandstofnoodschakelaar in werking treedt, worden de portieren
en de achterklep automatisch ontgrendeld.
In het “Instelmenu” op het display (zie de paragraaf “Multifunctioneel
display” in dit hoofdstuk) of het Connect/Navigatiesysteem (indien




                                                                                      GEVALLEN
aanwezig) op de middenconsole, is het mogelijk het systeem zo in te




                                                                                       NOOD-
stellen dat na het indrukken van de knop Ë alleen het bestuurdersportier
wordt ontgrendeld of alle portieren.




                                                                                      ONDERHOUD
                                                                                       EN ZORG
Portieren en achterklep vergrendelen
Druk de knop Á kort in voor het op afstand vergrendelen van de
portieren, de achterklep en het tankklepje. Gelijktijdig wordt het
diefstalalarm (indien aanwezig) ingeschakeld, de plafondverlichting




                                                                                      TECHNISCHE
                                                                                       GEGEVENS
uitgeschakeld en knipperen de richtingaanwijzers één keer.
Druk de knop Á langer dan 2 seconden in voor het sluiten van de ruiten
en het opendak met lamelruiten (indien aanwezig). Druk twee keer snel
achter elkaar op de knop voor het inschakelen van het dead lock-systeem




                                                                                      ALFABETISCH
                                                                                       REGISTER
(zie de paragraaf “Dead lock-systeem”).
Als één van de voorportieren geopend blijft, dan worden alleen de
achterportieren vergrendeld; controleer in dit geval of alle portieren
gesloten zijn en vergrendel de portieren opnieuw.
                                                                                      13
EN BEDIENING
 DASHBOARD                     Achterklep op afstand ontgrendelen
                               Druk de knop R in en houd de knop ingedrukt om op afstand de
                               achterklep te ontgrendelen (openen); dit kan ook bij ingeschakeld
                               diefstalalarm (indien aanwezig).
       VEILIGHEID




                               Als de achterklep wordt geopend, knipperen de richtingaanwijzers twee
                               keer; bij het sluiten knipperen de richtingaanwijzers één keer (alleen bij
                               ingeschakeld diefstalalarm).
                               Als bij auto’s met diefstalalarm de achterklep wordt geopend, dan
 EN RIJDEN
  STARTEN




                    F0C0408m   worden de volumetrische beveiliging en de achterklepsensor
                               uitgeschakeld.
                               BELANGRIJK Als de afstandsbediening niet werkt, blijft het altijd mogelijk
 EN BERICHTEN




                               de bovenstaande handelingen uit te voeren met de metalen baard van de
   LAMPJES




                               sleutel.
                               Als de achterklep weer wordt vergrendeld, dan wordt de beveiliging
                               hersteld.
 GEVALLEN
  NOOD-




                               Lampje op bestuurdersportier
 ONDERHOUD




                               Als de portieren worden vergrendeld, gaat lampje (A) ongeveer 3
  EN ZORG




                               seconden branden en daarna knipperen (bewakingsfunctie).
                               Als de portieren worden vergrendeld en één of meer portieren en/of de
                               achterklep is/zijn niet goed gesloten, gaan het lampje en de
 TECHNISCHE
  GEGEVENS




                               richtingaanwijzers snel knipperen.
 ALFABETISCH
  REGISTER




                    F0C0138m

        14
Batterij van de sleutel met afstandsbediening vervangen




                                                                                                                   EN BEDIENING
                                                                                                                    DASHBOARD
Als u de knop Ë, Á of R indrukt en lampje (F) op de sleutel knippert
slechts een keer kort, dan moet de batterij worden vervangen door een
nieuw exemplaar dat normaal in de handel verkrijgbaar is.




                                                                                                                   VEILIGHEID
Ga voor het vervangen van de batterij als volgt te werk:
❒ druk op knop (A) en klap de metalen baard (B) uit;
❒ draai met een kleine schroevendraaier de sluiting (C) op :;




                                                                                                                   EN RIJDEN
                                                                                                                    STARTEN
❒ trek de batterijhouder (D) naar buiten en vervang de batterij (E); let                                F0C0037m

  daarbij goed op de polariteit;
❒ plaats de batterijhouder (D) in de sleutel en draai de sluiting (C) op ;.




                                                                                                                   EN BERICHTEN
                                                                                                                     LAMPJES
Extra afstandsbedieningen bestellen
Het systeem kan tot 8 afstandsbedieningen herkennen. Als u na verloop
van tijd een nieuwe afstandsbediening nodig hebt, kunt u zich tot een Fiat-




                                                                                                                   GEVALLEN
dealer wenden. Neem dan de CODE-card, een identiteitsbewijs en de




                                                                                                                    NOOD-
autopapieren mee.




                                                                                                                   ONDERHOUD
                                                                                                                    EN ZORG
                                                                                                                   TECHNISCHE
                                                                                                                    GEGEVENS
                                                                                                                   ALFABETISCH
         Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Ze dienen in speciaal daarvoor bestemde containers




                                                                                                                    REGISTER
         te worden gedeponeerd. Ze kunnen ook ingeleverd worden bij de Fiat-dealer. Die zorgt vervolgens
         voor de afvoer.

                                                                                                                   15
EN BEDIENING
 DASHBOARD                     CID (Customer Identification Device)
                               (alleen voor uitvoeringen met Easy Go)
                               De CID is de “elektronische sleutel” die u altijd bij u moet hebben om
                               door de auto automatisch geïdentificeerd te worden als rechthebbende
                               op het gebruik ervan. Met de CID worden de portieren automatisch
       VEILIGHEID




                               ontgrendeld als u de auto nadert.
                               De sleutel is bovendien uitgerust met drie knoppen:
                               ❒ knop Ë voor het op afstand ontgrendelen van de portieren, de
 EN RIJDEN
  STARTEN




                    F0C0330m
                                 achterklep en het tankklepje.
                               ❒ knop Á voor het op afstand vergrendelen van de portieren, de
                                 achterklep en het tankklepje.
 EN BERICHTEN




                               ❒ knop R voor het op afstand ontgrendelen van de achterklep.
   LAMPJES




                               De sleutel beschikt bovendien over een metalen baard (A) waarmee in
                               geval van nood het volgende bediend kan worden:
 GEVALLEN




                               ❒ de sloten van de portieren en de achterklep
  NOOD-




                               ❒ het ver-/ontgrendelen van het tankklepje
                               ❒ het openen/sluiten van de ruiten en het opendak met lamelruiten
 ONDERHOUD
  EN ZORG




                                 (Skywindow) (indien aanwezig)
                               ❒ het dead lock-systeem
                               ❒ de sleutelschakelaar voor het uitschakelen van de airbag aan
 TECHNISCHE
  GEGEVENS




                                 passagierszijde en de zij-airbags achter (indien aanwezig).
                               Druk op het ontgrendelknopje (B) en laat de baard rustig naar buiten
                               komen, zoals is aangegeven in de figuur.
 ALFABETISCH
  REGISTER




                    F0C0291m

        16
Batterij van de CID vervangen




                                                                                                                   EN BEDIENING
                                                                                                                    DASHBOARD
Ga voor het vervangen van de batterij als volgt te werk:
❒ draai de drie schroeven (A) los
❒ verwijder het deksel (B)




                                                                                                                   VEILIGHEID
❒ verwijder de batterij (C) (type CR2032) en vervang deze door een
  batterij van hetzelfde type
❒ plaats het deksel (B) en draai de drie schroeven (A) vast.




                                                                                                                   EN RIJDEN
                                                                                                                    STARTEN
                                                                                                        F0C0292m
Als de batterij van het CID bijna leeg is, verminderen de prestaties van
het Easy Go-systeem; het blijft in dit geval wel mogelijk de motor te
starten (zie “Starten van de motor” in de paragraaf “Easy Go




                                                                                                                   EN BERICHTEN
(herkenningssysteem)” in dit hoofdstuk). Wij raden u wel aan de batterij




                                                                                                                     LAMPJES
zo snel mogelijk te vervangen.
BELANGRIJK Het verwijderen en bevestigen van deksel (B) moet
voorzichtig worden uitgevoerd om beschadiging aan het




                                                                                                                   GEVALLEN
bevestigingssysteem en/of het omhulsel van de CID te voorkomen. Raak




                                                                                                                    NOOD-
de elektrische contacten in de CID niet aan en voorkom dat er vloeistof
of stof in de CID komt.




                                                                                                                   ONDERHOUD
Extra CID’s bestellen




                                                                                                                    EN ZORG
Het systeem kan tot 4 CID’s herkennen. Als u na verloop van tijd een
nieuwe CID nodig hebt, kunt u zich tot een Fiat-dealer wenden. Neem
dan de CODE-card, een identiteitsbewijs en de autopapieren mee.




                                                                                                                   TECHNISCHE
                                                                                                                    GEGEVENS
                                                                                                                   ALFABETISCH
         Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Ze dienen in speciaal daarvoor bestemde containers




                                                                                                                    REGISTER
         te worden gedeponeerd. Ze kunnen ook ingeleverd worden bij de Fiat-dealer. Die zorgt vervolgens
         voor de afvoer.

                                                                                                                   17
EN BEDIENING
 DASHBOARD                                      DEAD LOCK-SYSTEEM
                                                Dit veiligheidssysteem verhindert de werking van:
                                                ❒ de interne handgrepen en de veiligheidsknop van de auto;
                                                ❒ knop (A) voor het ver-/ontgrendelen van de portieren op het
       VEILIGHEID




                                                  portierpaneel aan bestuurderszijde.
                                                Hierdoor kunnen de portieren niet van binnenuit worden geopend bij
                                                een inbraakpoging (bijvoorbeeld bij het inslaan van een ruit).
 EN RIJDEN
  STARTEN




                                     F0C0142m
                                                Het dead lock-systeem biedt dus de best mogelijke bescherming tegen
                                                inbraakpogingen. Daarom raden wij u aan om iedere keer als de u de
                                                auto verlaat, het systeem in te schakelen.
 EN BERICHTEN
   LAMPJES
 GEVALLEN
  NOOD-




                               Als het dead lock-systeem is ingeschakeld, kunnen de portieren op geen enkele
 ONDERHOUD




                    ATTENTIE
  EN ZORG




                               wijze van binnenuit worden geopend. Controleer daarom, voordat u de auto
                               verlaat, of er geen personen meer aan boord zijn.
 TECHNISCHE
  GEGEVENS




                               Als de batterij van de sleutel met afstandsbediening of van de CID leeg is, kan het
                    ATTENTIE   systeem alleen worden ingeschakeld door de metalen baard van de sleutel/CID in
 ALFABETISCH
  REGISTER




                               het slot van de portieren te steken en te draaien, zoals hiervoor is beschreven: in
                               dat geval blijft het systeem alleen op de achterportieren ingeschakeld.


        18
Systeem inschakelen




                                                                                      EN BEDIENING
                                                                                       DASHBOARD
Het systeem schakelt in de volgende gevallen op alle portieren
automatisch in:
❒ als u de mechanische sleutel (A) (indien aanwezig) twee keer in de




                                                                                      VEILIGHEID
  vergrendelstand zet;
❒ als u twee keer op de knop Á van de sleutel met
  afstandsbediening/CID drukt.




                                                                                      EN RIJDEN
Als het systeem is ingeschakeld, knipperen de richtingaanwijzers 3 keer




                                                                                       STARTEN
                                                                           F0C0329m
en knippert het lampje op het portierpaneel aan bestuurderszijde (zie de
tabel op de volgende pagina).
Het systeem schakelt niet in als één of meerdere portieren niet goed




                                                                                      EN BERICHTEN
                                                                                        LAMPJES
gesloten zijn: zo wordt voorkomen dat een persoon via het geopende
portier het interieur van de auto kan betreden en, als het portier
vervolgens wordt gesloten, de auto niet meer kan verlaten.




                                                                                      GEVALLEN
Systeem uitschakelen




                                                                                       NOOD-
Het systeem schakelt in de volgende gevallen automatisch op alle
portieren uit:
❒ als de portieren worden ontgrendeld;




                                                                                      ONDERHOUD
                                                                           F0C0408m




                                                                                       EN ZORG
❒ als alleen het bestuurdersportier wordt ontgrendeld;
❒ als de start-/contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid.




                                                                                      TECHNISCHE
                                                                                       GEGEVENS
                                                                                      ALFABETISCH
                                                                                       REGISTER
                                                                                      19
EN BEDIENING
 DASHBOARD          Hieronder worden alle met de sleutel in te schakelen functies samengevat (met en zonder afstandsbediening):

                    Type          Openen               Sluiten portieren    Openen ruiten           Sluiten ruiten        Dead lock             Openen
                    sleutel       portieren en         en vergrendelen      en openen Sky-          en sluiten Sky-                             achterklep
                                  ontgrendelen         tank-                window(indien           window(indien
       VEILIGHEID




                                  tankklepje           klepje               aanwezig)               aanwezig)
                                  Sleutel linksom      Sleutel              Langer dan 2 secon-     Langer dan 2 secon-   Sleutel twee keer     Sleutel
                                  (bestuurderszijde)   rechtsom draaien     den in ontgrendel-      den in vergrendel-    in vergrendelstand    rechtsom draaien
                    Mechanische                                                                                           draaien (rechtsom
                    sleutel       of rechtsom          (bestuurderszijde)   stand draaien (links-   stand draaien
                                                                                                                          bestuurderszijde;
 EN RIJDEN




                                                                            om bestuurderszij-
  STARTEN




                    (indien       (passagierszijde)    of linksom                                   (rechtsom bestuur-
                                  draaien              (passagierszijde)    de; rechtsom passa-     derszijde; linksom    linksom passagiers-
                    aanwezig)                                                                                             zijde)
                                                                            gierszijde)             passagierszijde)
                                  Sleutel              Sleutel              Langer dan 2 secon-     Langer dan 2 secon-   Sleutel twee keer     Sleutel
 EN BERICHTEN




                                  linksom              rechtsom draaien     den in ontgrendel-      den in vergrendel-    in vergrendelstand    rechtsom draaien
   LAMPJES




                                  (bestuurderszijde)   (bestuurderszijde)   stand draaien (links-   stand draaien         draaien (rechtsom
                    Sleutel met   of                   of linksom           om bestuurderszij-      (rechtsom bestuur-    bestuurderszijde;
                    afstandsbe-   rechtsom             (passagierszijde)    de; rechtsom passa-     derszijde; linksom    linksom passagiers-
                    diening/      (passagierszijde)                         gierszijde)             passagierszijde)      zijde)
 GEVALLEN




                                  draaien
  NOOD-




                    CID
                                                                                                                                                Knop R
                                  Knop                 Knop                 Knop Ë langer dan Knop Á langer dan Knop Á 2 keer in-
                                                                                                                                                langer dan 2 secon-
                                  Ë kort indrukken     Á kort indrukken     2 seconden indruk- 2 seconden indruk- drukken
                                                                                                                                                den indrukken
 ONDERHOUD




                                                                            ken                ken
  EN ZORG




                    Knipperen                          1 x Knipperen
                    richting-     2 x Knipperen                             2 x Knipperen           1 x Knipperen         3 x Knipperen         2 x Knipperen
                    aanwijzers
 TECHNISCHE




                    (alleen met
  GEGEVENS




                    sleutel met
                    afstandsbe-
                    diening)
                    Lampje be-
 ALFABETISCH




                                  Doven bewakings-     3 Seconden continu                                                 Twee x knipperen
  REGISTER




                    stuurders-                                              Doven bewakings-        Knipperen
                                  lampje               branden en vervol-                                                 en vervolgens knip- Knipperen
                    portier                                                 lampje                  bewakingslampje                           bewakingslampje
                                                       gens knipperen be-                                                 peren
                                                       wakingslampje                                                      bewakingslampje

        20
DIEFSTALALARM (indien                                     Toch is een maximum aantal cycli voorzien voor de




                                                                                                                 EN BEDIENING
                                                                                                                  DASHBOARD
                                                          akoestische en zichtbare signalen. Na een
aanwezig)                                                 alarmsignalering schakelt het systeem over naar de
                                                          normale bewakingsfunctie.
Het diefstalalarm, een aanvulling op alle reeds
beschreven functies van de afstandsbediening, wordt       De volumetrische beveiliging en de kantelsensor




                                                                                                                 VEILIGHEID
bediend door de ontvanger die onder het dashboard         kunnen met de betreffende bedieningsknoppen op de
nabij het zekeringenkastje is geplaatst.                  plafondverlichting voor worden uitgeschakeld (zie de
                                                          paragrafen “Volumetrische beveiliging” en
WANNEER GAAT HET ALARM AF                                 “Kantelsensor” op de volgende pagina’s).




                                                                                                                 EN RIJDEN
                                                                                                                  STARTEN
Het diefstalalarm wordt in de volgende gevallen           BELANGRIJK De startblokkering wordt uitgevoerd
geactiveerd:                                              door de Fiat CODE en wordt automatisch
                                                          ingeschakeld als de contactsleutel uit het start-/
❒ als één van de portieren, de motorkap of de




                                                                                                                 EN BERICHTEN
                                                          contactslot wordt genomen.




                                                                                                                   LAMPJES
  achterklep ongeoorloofd wordt geopend
  (omtrekbeveiliging);
❒ bij een startpoging (contactsleutel in stand MAR );
❒ als de kabels van de accu worden onderbroken;




                                                                                                                 GEVALLEN
                                                                                                                  NOOD-
❒ als er bewegende voorwerpen in het interieur
  aanwezig zijn (volumetrische beveiliging);




                                                                                                                 ONDERHOUD
❒ bij het optillen/kantelen van de auto.




                                                                                                                  EN ZORG
Als het alarm in werking treedt, wordt, afhankelijk van
het land, de sirene geactiveerd en gaan de
richtingaanwijzers knipperen (ongeveer 26 seconden).




                                                                                                                 TECHNISCHE
                                                                                                                  GEGEVENS
De wijze waarop het systeem werkt en het aantal cycli
kunnen per land verschillen.




                                                                                                                 ALFABETISCH
                                                                                                                  REGISTER
                                                                                                                 21
EN BEDIENING
 DASHBOARD                     ALARM INSCHAKELEN
                               Richt bij gesloten portieren, achterklep en motorkap en contactslot in
                               stand STOP of met uitgenomen sleutel, de sleutel met afstandsbediening
                               of, afhankelijk van de uitvoering, de CID in de richting van de auto. Druk
                               op de knop Á en laat de knop weer los.
       VEILIGHEID




                               Bij de meeste uitvoeringen geeft het systeem een akoestisch signaal
                               (“BIEP”) en wordt de portiervergrendeling ingeschakeld.
                               Het inschakelen van het alarm wordt voorafgegaan door een zelfdiagnose:
 EN RIJDEN
  STARTEN




                    F0C0335m   als het systeem een storing vindt, dan klinkt nogmaals een akoestisch
                               signaal en verschijnt op het display een bericht (zie het hoofdstuk
                               “Lampjes en berichten”).
 EN BERICHTEN




                               Schakel in dit geval het diefstalalarm uit door de knop Ë in te drukken,
   LAMPJES




                               controleer of de portieren, de motorkap en de achterklep goed gesloten
                               zijn en schakel het alarm opnieuw in met de knop Á.
                               Als de portieren, de motorkap en de achterklep niet goed gesloten zijn,
 GEVALLEN




                               worden ze niet door het diefstalalarm gecontroleerd.
  NOOD-




                               Als bij goed gesloten portieren, motorkap en achterklep het akoestisch
                               signaal wordt herhaald, dan is er een storing gesignaleerd in de werking
                               van het systeem. Wendt u in dat geval tot de Fiat-dealer.
 ONDERHOUD
  EN ZORG




                               BELANGRIJK Als de portieren met de metalen baard van de sleutel (A)
                               centraal worden vergrendeld, schakelt het alarm niet in.
                               BELANGRIJK De werking van het diefstalalarm verschilt per land.
 TECHNISCHE
  GEGEVENS
 ALFABETISCH
  REGISTER




        22
ALARM UITSCHAKELEN




                                                                                     EN BEDIENING
                                                                                      DASHBOARD
Druk op de knop Ë van de sleutel met afstandsbediening of, afhankelijk
van de uitvoering, van de CID.
Het volgende gebeurt (met uitzondering van bepaalde markten):




                                                                                     VEILIGHEID
❒ de richtingaanwijzers knipperen twee keer kort;
❒ u hoort twee korte akoestische signalen (“BIEP’s”);
❒ de portieren worden ontgrendeld.




                                                                                     EN RIJDEN
                                                                                      STARTEN
                                                                          F0C0408m
BELANGRIJK Als u de portieren centraal ontgrendelt met de metalen
baard van de sleutel of, afhankelijk van de uitvoering, van de CID, dan
schakelt het alarm niet uit.




                                                                                     EN BERICHTEN
                                                                                       LAMPJES
VOLUMETRISCHE BEVEILIGING
In de plafondverlichting voor bevinden zich de volumetrische sensoren.
Voor de juiste werking van de volumetrische sensoren moeten de




                                                                                     GEVALLEN
portieren, de zijruiten en het opendak met lamelruiten (Skywindow)




                                                                                      NOOD-
(indien aanwezig) geheel gesloten zijn.

Beveiliging uitschakelen




                                                                                     ONDERHOUD
                                                                                      EN ZORG
Indien nodig, als het alarm moet worden ingeschakeld als er personen of
dieren aan boord van de auto zijn, moet de volumetrische beveiliging
worden uitgeschakeld door knop (A) op de plafondverlichting voor in te
drukken.




                                                                                     TECHNISCHE
                                                                                      GEGEVENS
De uitschakeling is ook nodig wanneer met de afstandsbediening de
hulpverwarming wordt ingeschakeld.
De beveiliging blijft uitgeschakeld totdat de portieren centraal worden




                                                                                     ALFABETISCH
                                                                                      REGISTER
ontgrendeld.

                                                                          F0C0286m

                                                                                     23
EN BEDIENING
 DASHBOARD                     KANTELSENSOR
                               De kantelsensor meet iedere verandering in de hellingshoek van de auto
                               en signaleert daardoor het geheel of gedeeltelijk optillen van de auto
                               (bijv. bij het verwijderen van een wiel).
       VEILIGHEID




                               De kantelsensor signaleert een minimale verandering in de hellingshoek
                               van de auto, zowel langs de lengte- als de dwarsas.
                               Veranderingen in de hellingshoek worden niet gesignaleerd als de
                               snelheid lager is dan 0,5°/min. (bijvoorbeeld: als een band langzaam
                               leegloopt).
 EN RIJDEN
  STARTEN




                    F0C0287m


                               Beveiliging uitschakelen
                               Voor het uitschakelen van de kantelsensor (bijvoorbeeld bij het slepen
 EN BERICHTEN
   LAMPJES




                               van de auto met ingeschakeld diefstalalarm) moet u knop (A) op de
                               plafondverlichting voor indrukken. De sensor blijft uitgeschakeld totdat
                               de portieren centraal worden ontgrendeld.
 GEVALLEN




                               MELDINGEN VAN INBRAAKPOGINGEN
  NOOD-




                               Iedere inbraakpoging wordt aangegeven door het branden van het
                               controlelampje Y (indien aanwezig) op het instrumentenpaneel en het
                               tegelijk verschijnen van een bericht op het display (zie het hoofdstuk
 ONDERHOUD
  EN ZORG




                               “Lampjes en berichten”).

                               ALARM BUITEN GEBRUIK STELLEN
 TECHNISCHE




                               Als u het diefstalalarm buiten gebruik wilt stellen (bijv. als de auto langere
  GEGEVENS




                               tijd niet wordt gebruikt), dan hoeft u slechts de auto af te sluiten door de
                               metalen baard van de sleutel met afstandsbediening of de CID (afhankelijk
                               van de uitvoering) in het portierslot te draaien.
 ALFABETISCH




                               BELANGRIJK Als de batterijen van de sleutels met afstandsbediening
  REGISTER




                               of de CID (afhankelijk van de uitvoering) leeg zijn, of als er een storing is in
                               het diefstalalarm, dan kunt u het systeem buiten werking stellen door de
                               contactsleutel in het contactslot te steken en deze in stand MAR te draaien.
        24
START-/CONTACTSLOT




                                                                                                                      EN BEDIENING
                                                                                                                       DASHBOARD
De sleutel kan in 3 standen worden gedraaid:
❒ STOP: motor uit, sleutel uitneembaar en stuur geblokkeerd. Enkele
  elektrische installaties werken (bijv. autoradio, centrale




                                                                                                                      VEILIGHEID
  portiervergrendeling, diefstalalarm).
❒ MAR: contact aan. Alle elektrische installaties werken.
❒ AVV: starten van de motor.




                                                                                                                      EN RIJDEN
                                                                                                                       STARTEN
                                                                                                           F0C0164m
Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging. Als de motor bij
de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleutel terugdraaien in stand
STOP en nogmaals starten.




                                                                                                                      EN BERICHTEN
                                                                                                                        LAMPJES
                                                                                                                      GEVALLEN
                                                                                                                       NOOD-
                                                                                                                      ONDERHOUD
                                                                                                                       EN ZORG
                           Als het start-/contactslot is geforceerd (bijv. bij een poging tot diefstal) moet u,
           ATTENTIE        voordat u weer met de auto gaat rijden, de werking van het slot laten controleren
                           bij een Fiat-dealer.




                                                                                                                      TECHNISCHE
                                                                                                                       GEGEVENS
                           Neem altijd de sleutel uit het contactslot als de auto wordt verlaten, om
           ATTENTIE        onvoorzichtig gebruik van de bedieningsknoppen te voorkomen. Vergeet niet de




                                                                                                                      ALFABETISCH
                           handrem aan te trekken en schakel de eerste versnelling in bij een helling omhoog of




                                                                                                                       REGISTER
                           de achteruit bij een helling omlaag. Laat kinderen nooit alleen in de auto achter.


                                                                                                                      25
EN BEDIENING
 DASHBOARD                                      STUURSLOT
                                                Inschakelen
                                                Zet de sleutel in stand STOP, trek de sleutel uit en draai het stuur totdat
                                                het vergrendelt.
       VEILIGHEID




                                                Uitschakelen
                                                Draai het stuur iets heen en weer, terwijl u de sleutel in stand MAR
 EN RIJDEN
  STARTEN




                                     F0C0164m
                                                draait.
 EN BERICHTEN
   LAMPJES
 GEVALLEN
  NOOD-
 ONDERHOUD
  EN ZORG
 TECHNISCHE
  GEGEVENS




                               Verwijder de sleutel nooit als de auto nog in beweging is. Bij de eerste stuuruitslag
 ALFABETISCH
  REGISTER




                    ATTENTIE   blokkeert het stuur automatisch. Dit geldt altijd, ook als de auto gesleept wordt.


        26
INSTRUMENTEN




                                                                                       EN BEDIENING
                                                                                        DASHBOARD
De achtergrondkleur en de vormgeving van de instrumenten kunnen per
uitvoering verschillen.




                                                                                       VEILIGHEID
TOERENTELLER
De toerenteller geeft het toerental van de motor aan. Als de wijzernaald
in de gevarenzone staat (rood), dan betekent dit dat de motor met
extreem hoge toerentallen draait. Deze toerentallen mogen slechts kort




                                                                                       EN RIJDEN
                                                                                        STARTEN
                                                                            F0C0224m
worden aangehouden.
BELANGRIJK De regeleenheid van de elektronische inspuiting blokkeert
tijdelijk de toevoer van brandstof als de motor met te hoge toerentallen




                                                                                       EN BERICHTEN
draait, waardoor het motorvermogen zal afnemen.




                                                                                         LAMPJES
Bij stationair draaiende motor kan de toerenteller een geleidelijke of
plotselinge toerentalstijging aangeven afhankelijk van de omstandigheden.
Dit is normaal en vindt plaats als bijvoorbeeld de airconditioning of de




                                                                                       GEVALLEN
                                                                                        NOOD-
elektroventilateur inschakelt. Een langzame wijziging in toerental dient
vooral voor het behoud van de lading van de accu.
Op enkele uitvoeringen is de toerenteller uitgerust met:




                                                                                       ONDERHOUD
                                                                                        EN ZORG
❒ een schaal tot 6000 toeren/min.
❒ een display voor weergave van het digitale klokje.




                                                                                       TECHNISCHE
                                                                                        GEGEVENS
                                                                                       ALFABETISCH
                                                                                        REGISTER
                                                                                       27
EN BEDIENING
 DASHBOARD                                           BRANDSTOFMETER
                                                     De wijzer geeft de hoeveelheid brandstof aan die in de tank aanwezig is.
                                                     Het waarschuwingslampje van de reservebrandstof (A) gaat branden (op
                                                     het display verschijnt ook een bericht) als er nog ongeveer 9 liter brand-
       VEILIGHEID




                                                     stof in de tank aanwezig is.
                                                     E- brandstoftank leeg.
                                                     F- brandstoftank vol.
 EN RIJDEN
  STARTEN




                                          F0C0389m
                                                     Rijd niet met een bijna lege tank: door een onregelmatige brandstoftoe-
                                                     voer kan de katalysator beschadigen.

                                                     KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETER
 EN BERICHTEN
   LAMPJES




                                                     De wijzer geeft de temperatuur aan van de motorkoelvloeistof, zodra de
                                                     koelvloeistoftemperatuur hoger wordt dan ongeveer 50°C.
                                                     Onder normale omstandigheden kan de wijzernaald op verschillende
 GEVALLEN




                                                     posities in het bereik staan, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden
  NOOD-




                                                     van de auto en de zelfregulerende werking van het motorkoelsysteem.
                                                     Als het waarschuwingslampje (B) gaat branden (op het display verschijnt
                                                     ook een bericht), dan is koelvloeistoftemperatuur te hoog; zet in dat
 ONDERHOUD
  EN ZORG




                                                     geval de motor uit en wendt u tot de Fiat-dealer.
 TECHNISCHE
  GEGEVENS
 ALFABETISCH
  REGISTER




                    Als de wijzernaald in het rode gebied komt, zet dan onmiddellijk de motor uit en wendt u tot de
                    Fiat-dealer.

        28
BEDIENINGSKNOPPEN




                                                                                                                               EN BEDIENING
                                                                                                                                DASHBOARD
Om gebruik te maken van de informatie die het “Multifunctionele display” en het “Instelbare multifunctionele dis-
play” kunnen leveren (met de contactsleutel in stand MAR), dient u bekend te zijn met de bedieningsknoppen (op
het schakelaarpaneel naast de stuurkolom en op de rechter hendel voor de werking van de “Trip computer”). De
werking wordt hierna beschreven.




                                                                                                                        VEILIGHEID
Wij raden u bovendien aan, voordat u een handeling uitvoert, dit hoofdstuk helemaal door te lezen.

            Toetsen Õ, Ô




                                                                                                                        EN RIJDEN
                                                                                                                         STARTEN
            Om de menuschermen en de keuzemogelijkheden van
            boven naar onder te doorlopen of om de weergegeven
            waarde te verhogen/verlagen.




                                                                                                                        EN BERICHTEN
                                                                                                                          LAMPJES
            Toets MODE
            Korter dan 2 seconden indrukken (impuls), aangegeven met
            b in de volgende beschrijvingen, om de keuze te bevesti-




                                                                                                                         GEVALLEN
            gen en/of naar het volgende scherm te gaan of het menu te




                                                                                                                          NOOD-
                                                                                                             F0C0022m
            openen.
            Langer dan 2 seconden indrukken, aangegeven met c in de
            volgende beschrijvingen, om de keuze te bevestigen en




                                                                                                                        ONDERHOUD
                                                                                                                         EN ZORG
            terug te keren naar het vorige scherm.
            Toets TRIP
            Korter dan 2 seconden indrukken (impuls), aangegeven met




                                                                                                                        TECHNISCHE
                                                                                                                         GEGEVENS
            h in de volgende beschrijvingen, om de verschillende
            schermen van de Trip computer te doorlopen.
            Langer dan 2 seconden indrukken, aangegeven met i in de




                                                                                                                        ALFABETISCH
            volgende beschrijvingen, om de informatie van de Trip com-




                                                                                                                         REGISTER
            puter op nul te zetten (reset) voor een nieuwe rit.

                                                                                                             F0C0023m

                                                                                                                        29
EN BEDIENING
 DASHBOARD
                               MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
                               Het “multifunctionele display” kan alle nuttige en noodzakelijke informa-
                               tie tijdens de rit weergeven:
       VEILIGHEID




                               INFORMATIE OP HET STANDAARDSCHERM
                               ❒ Totaal aantal afgelegde km’s (H).
                               ❒ Klokje (E).
 EN RIJDEN
  STARTEN




                               ❒ Buitentemperatuur (C).
                    F0C3238i



                               ❒ Datum (A).
 EN BERICHTEN




                               Bij uitgenomen contactsleutel wordt alleen het klokje weergegeven; bij
   LAMPJES




                               het openen van een voorportier wordt het display verlicht en wordt ook
                               de kilometerteller weergegeven.

                               INFORMATIE OVER DE AUTO
 GEVALLEN
  NOOD-




                               ❒ Afstand tot volgende servicebeurt.
                               ❒ Informatie Trip computer.
                               ❒ Lichtsterkteregeling bedieningsknoppen.
 ONDERHOUD
  EN ZORG




                               ❒ Weergave storingen.
                               ❒ Weergave waarschuwingen met bijbehorend symbool (bijv.: mogelijke
                                 ijsvorming op de weg (B) of Engelse sleutel (F)).
 TECHNISCHE
  GEGEVENS




                               ❒ Weergave city-functie (indien ingeschakeld) (D).
                               ❒ Weergave koplampafstelling (alleen als het dimlicht is ingeschakeld)
                                 (G).
 ALFABETISCH
  REGISTER




                               ❒ Motoroliepeil (uitvoeringen JTD en Multijet).


        30
Er is ook een menu aanwezig waarin met de bedie-          ❒ ACHTERKLEP ONAFHANKELIJK ONTGRENDE-




                                                                                                                  EN BEDIENING
                                                                                                                   DASHBOARD
ningsknoppen (zie “Bedieningsknoppen” op de vorige          LEN
pagina’s) de volgende instellingen kunnen worden uit-
gevoerd:                                                  ❒ BESTUURDERSPORTIER ONTGRENDELEN
                                                          ❒ CENTRALE PORTIERVERGRENDELING BIJ RIJ-




                                                                                                                  VEILIGHEID
“MY CAR” INSTELMENU                                         DENDE AUTO
Het aantal menu-instellingen is afhankelijk van de uit-   ❒ AUTOCLOSE (uitvoeringen met Easy go)
voering van de auto. Als de auto is uitgerust met het     ❒ EENHEID “AFSTAND”
Connect Navigatiesysteem, worden de menu-instellin-




                                                                                                                  EN RIJDEN
                                                                                                                   STARTEN
gen op het betreffende display weergegeven met uit-       ❒ EENHEID “VERBRUIK”
zondering van “Snelheidslimiet” en “Gevoeligheid          ❒ EENHEID “TEMPERATUUR”
schemersensor instellen” die op het multifunctionele
display worden weergegeven.                               ❒ VOLUMEREGELING TOETSEN




                                                                                                                  EN BERICHTEN
                                                                                                                    LAMPJES
Met het “Instelmenu” kunnen met de bedieningsknop-        ❒ VOLUMEREGELING WAARSCHUWINGSZOE-
pen (zie “Bedieningsknoppen” op de vorige pagina’s)         MER
de volgende instellingen worden uitgevoerd:               ❒ TAAL INSTELLEN
❒ SNELHEIDSLIMIET




                                                                                                                   GEVALLEN
                                                          ❒ WAARSCHUWINGSZOEMER SBR (Seat Belt




                                                                                                                    NOOD-
❒ SCHEMERSENSOR INSTELLEN AUTOMATISCHE                      Reminder) WEER ACTIVEREN (*)
  KOPLAMPEN (indien aanwezig)                             ❒ GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
❒ TRIP B




                                                                                                                  ONDERHOUD
                                                                                                                   EN ZORG
                                                          ❒ MENU VERLATEN
❒ KLOK INSTELLEN                                          Als de auto is uitgerust met het Connect
❒ TIJDWEERGAVE                                            Navigatiesysteem kunnen “Herhaling informatie audio-




                                                                                                                  TECHNISCHE
                                                          systeem” en “Telefooninformatie” op het multifunctio-




                                                                                                                   GEGEVENS
❒ DATUM INSTELLEN                                         nele display van het instrumentenpaneel worden inge-
❒ INFORMATIE AUDIOSYSTEEM HERHALEN                        steld.
                                                          (*) Functie wordt alleen weergegeven als het systeem




                                                                                                                  ALFABETISCH
                                                          door de Fiat-dealer is uitgeschakeld.




                                                                                                                   REGISTER
                                                                                                                  31
EN BEDIENING
 DASHBOARD          STARTCONTROLE
                    Als u de contactsleutel in de stand MAR draait, wordt op het multifunctionele display “Check bezig” weergegeven:
                    de fase waarin een diagnose wordt uitgevoerd van alle elektronische systemen in de auto is begonnen; deze fase
                    duurt enkele seconden (alleen bij de JTD- en Multijet-uitvoeringen wordt op het display ook het motoroliepeil
                    weergegeven; zie de volgende paragraaf). Als tijdens deze fase geen storing wordt gevonden en de motor is gestart,
       VEILIGHEID




                    dan verschijnt het bericht “Check ok” op het display.


                                                                                                                          Als op het display een storing wordt
 EN RIJDEN
  STARTEN




                                                                                                                           weergegeven, zie dan de paragraaf
                                                                                                                          “Lampjes en berichten” in dit hoofd-
                                                                                                                                          stuk.
 EN BERICHTEN
   LAMPJES




                                                                                                         Motor
                                                                                                        gestart?        JA
 GEVALLEN




                                                                                                                                    Geen storingen
  NOOD-




                                                                                                                                      aanwezig
                                                                                                          NEE
 ONDERHOUD
  EN ZORG




                         Alleen JTD-
                      en Multijet-uitvoe-
                          ringen of                                                                                                    Weergave
                                                                                                                                    standaardscherm
 TECHNISCHE
  GEGEVENS




                     Het onderhoudsschema voorziet elke 20.000 km (of elke 12.000 mijl) of ieder jaar in een servicebeurt; deze weergave verschijnt automa-
                     tisch als de sleutel in stand MAR staat, vanaf 2.000 km (of 1.240 mijl) of 30 dagen voor de servicebeurt. De weergave wordt elke 200 km
 ALFABETISCH




                       (of elke 124 mijl) of om de drie dagen weergegeven. Als u dicht bij de volgende servicebeurt bent en u de contactsleutel in stand MAR
  REGISTER




                       draait, verschijnt op het display het opschrift service gevolgd door het aantal kilometers of dagen dat resteert tot de volgende service-
                     beurt. De informatie van het “Geprogrammeerd onderhoud” wordt aangegeven in kilometers (km) of mijlen (mijl) of dagen (dd), afhanke-
                                lijk van de eerstvolgende servicebeurt. Wendt u tot de Fiat-dealer voor het uitvoeren van de werkzaamheden van het
                                   “Onderhoudsschema” of van het “Jaarlijks inspectieschema”, en voor het op nul zetten van deze weergave (reset).
        32
Motoroliepeil controleren (uitvoeringen JTD en Multijet)




                                                                                        EN BEDIENING
                                                                                         DASHBOARD
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, wordt op het multifunctio-
nele display enkele seconden het motoroliepeil weergegeven. Tijdens
deze fase kan de weergave worden onderbroken en naar het volgende
scherm worden doorgegaan door b in te drukken.




                                                                                        VEILIGHEID
                                                                             F0C2002i


BELANGRIJK Het motoroliepeil wordt alleen juist weergegeven als de
auto op een vlakke ondergrond staat.
Deze weergave toont het juiste oliepeil. Naarmate het oliepeil daalt, ver-




                                                                                        EN RIJDEN
                                                                                         STARTEN
anderen de dichte rondjes in open rondjes.




                                                                                        EN BERICHTEN
                                                                                          LAMPJES
Deze weergave toont het oliepeil onder de voorgeschreven minimum
waarde. Herstel het juiste motoroliepeil (zie “Niveaus controleren” in




                                                                                         GEVALLEN
het hoofdstuk “Onderhoud en zorg”).




                                                                                          NOOD-
                                                                             F0C2111i




                                                                                        ONDERHOUD
                                                                                         EN ZORG
Deze weergave toont het oliepeil boven de voorgeschreven maximum




                                                                                        TECHNISCHE
waarde. Wendt u tot de Fiat-dealer voor het herstellen van het juiste




                                                                                         GEGEVENS
motoroliepeil.
                                                                             F0C2003i




                                                                                        ALFABETISCH
                                                                                         REGISTER
                                                                                        33
EN BEDIENING
 DASHBOARD          BESCHRIJVING VAN HET MENU
                    Het menu bestaat uit een aantal functies dat “cyclisch” wordt weergegeven. De functies kunnen met de knoppen Õ
                    en Ô worden gekozen, waarna u keuzemogelijkheden kunt selecteren of instellingen kunt uitvoeren (zie de voor-
                    beelden “Taal” en “Instel. datum” in onderstaand schema); zie voor meer informatie “Toegang tot menuscherm” op
                    de volgende pagina’s.
       VEILIGHEID




                                 Frans                                                                                                      Dag
                     Engels                     Duits                                                                Bijvoorbeeld:
 EN RIJDEN




                                                                                                                                     Jaar         Maand
  STARTEN




                     Italiaans                  Spaans
                                 Portugees
 EN BERICHTEN




                                                                                         TRIP B      REG. KLOK
                                                                                                                                                    b
   LAMPJES




                                                                             SCHEMERSENSOR
                         Bijvoorbeeld:                         SNELH. LIM.                                          WEERG. KLOK
                                                        MENU VERLATEN

                    b
                                                                                                                   INSTELLEN DATUM
                                               SERVICE
 GEVALLEN
  NOOD-




                                    TAAL                                                                                   AUDIO HERH.
 ONDERHOUD
  EN ZORG




                                  VOL. ZOEMER                                                                 ACHTERKLEP ONAFH.
 TECHNISCHE
  GEGEVENS




                                                                                                    ONTGR. BEST. PORT.
                                   VOL. TOETSEN
                                                                                                    VERGR. PORT.
                                         EENHEID TEMP.
 ALFABETISCH




                                                                                        AUTOCLOSE
  REGISTER




                                                        VERBRUIK        EENHEID AFST.



        34
TOEGANG TOT MENUSCHERM




                                                                                                                     EN BEDIENING
                                                                                                                      DASHBOARD
Na de “Startcontrole” kunt u toegang krijgen tot het menuscherm door de knop b in te drukken.
Druk op de knop Õ of Ô om in het menu te navigeren.
BELANGRIJK Als gedurende 60 seconden geen enkele handeling wordt uitgevoerd, dan wordt automatisch het




                                                                                                                     VEILIGHEID
menu verlaten en het vorige scherm weergegeven. In dat geval wordt de laatst gekozen instelling die niet bevestigd
is (met de knop b), niet opgeslagen. De handeling moet dus opnieuw worden uitgevoerd.
Als de auto in beweging is, kan alleen toegang worden verkregen tot een beperkt menu (instellen van




                                                                                                                     EN RIJDEN
“Snelheidslimiet” en “Gevoeligheid schemersensor instellen”).




                                                                                                                      STARTEN
Als de auto stilstaat, kan toegang worden verkregen tot het uitgebreide menu.
Als de auto is uitgerust met het Connect Navigatiesysteem, is het menu beperkt: alle andere instellingen kunnen




                                                                                                                     EN BERICHTEN
worden gewijzigd in het Connect Navigatiesysteem zelf.




                                                                                                                       LAMPJES
In het volgende schema worden de beschreven mogelijkheden weergegeven.




                                                                                                                      GEVALLEN
                                                                                                                       NOOD-
                                                                                                                     ONDERHOUD
                                                                                                                      EN ZORG
                                                                                                                     TECHNISCHE
                                                                                                                      GEGEVENS
                                                                                                                     ALFABETISCH
                                                                                                                      REGISTER
                                                                                                                     35
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek
Fiat Stilo Instructieboek

Mais conteúdo relacionado

Semelhante a Fiat Stilo Instructieboek

Joris Ide - Catalogus 2019
Joris Ide - Catalogus 2019Joris Ide - Catalogus 2019
Joris Ide - Catalogus 2019Architectura
 
Joris Ide - Belgische catalogus
Joris Ide - Belgische catalogusJoris Ide - Belgische catalogus
Joris Ide - Belgische catalogusArchitectura
 
Western Digital Handleiding, Dutch Language. Nederlandse Handleiding
Western Digital Handleiding, Dutch Language. Nederlandse HandleidingWestern Digital Handleiding, Dutch Language. Nederlandse Handleiding
Western Digital Handleiding, Dutch Language. Nederlandse Handleidingevertzwijn
 
business word
business wordbusiness word
business wordJeroen
 
Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016
Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016
Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016Daniëlle de Jong
 
080824 Ned Vertaling Informatiegids Voor Recurve Boogschutters
080824 Ned Vertaling Informatiegids Voor Recurve Boogschutters080824 Ned Vertaling Informatiegids Voor Recurve Boogschutters
080824 Ned Vertaling Informatiegids Voor Recurve BoogschuttersKees Methorst
 
Meerjarenbeleidsplan Participatie
Meerjarenbeleidsplan ParticipatieMeerjarenbeleidsplan Participatie
Meerjarenbeleidsplan Participatievmpfundt
 
Onetouch 810 user manual - dutch
Onetouch 810   user manual - dutchOnetouch 810   user manual - dutch
Onetouch 810 user manual - dutchMatinator10
 
Evaluatie bestrijding AI crisis, maart 2004
Evaluatie bestrijding AI crisis, maart 2004Evaluatie bestrijding AI crisis, maart 2004
Evaluatie bestrijding AI crisis, maart 2004Harm Kiezebrink
 
E book ondernemen-met-sociale-netwerken
E book ondernemen-met-sociale-netwerkenE book ondernemen-met-sociale-netwerken
E book ondernemen-met-sociale-netwerkenQuietroom Label
 
Ondernemen Met Sociale Netwerken
Ondernemen Met Sociale NetwerkenOndernemen Met Sociale Netwerken
Ondernemen Met Sociale NetwerkenMarketingfacts
 
Berenschot Duurzaamheid ABC's
Berenschot Duurzaamheid ABC'sBerenschot Duurzaamheid ABC's
Berenschot Duurzaamheid ABC'sBTMMTE
 
Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"
Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"
Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"Cito Benelux
 
Versie Aug 2008 Wetensch Vertaling Ned
Versie Aug 2008 Wetensch Vertaling NedVersie Aug 2008 Wetensch Vertaling Ned
Versie Aug 2008 Wetensch Vertaling NedKees Methorst
 
Niko NV - Home control
Niko NV - Home controlNiko NV - Home control
Niko NV - Home controlArchitectura
 
Fedasil wil stress medewerkers aanpakken
Fedasil wil stress medewerkers aanpakkenFedasil wil stress medewerkers aanpakken
Fedasil wil stress medewerkers aanpakkenThierry Debels
 

Semelhante a Fiat Stilo Instructieboek (20)

Joris Ide - Catalogus 2019
Joris Ide - Catalogus 2019Joris Ide - Catalogus 2019
Joris Ide - Catalogus 2019
 
Joris Ide - Belgische catalogus
Joris Ide - Belgische catalogusJoris Ide - Belgische catalogus
Joris Ide - Belgische catalogus
 
Western Digital Handleiding, Dutch Language. Nederlandse Handleiding
Western Digital Handleiding, Dutch Language. Nederlandse HandleidingWestern Digital Handleiding, Dutch Language. Nederlandse Handleiding
Western Digital Handleiding, Dutch Language. Nederlandse Handleiding
 
thesis Steve Catternan
thesis Steve Catternanthesis Steve Catternan
thesis Steve Catternan
 
business word
business wordbusiness word
business word
 
Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016
Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016
Nielsen jaarrapport bruto mediabestedingen 2016
 
080824 Ned Vertaling Informatiegids Voor Recurve Boogschutters
080824 Ned Vertaling Informatiegids Voor Recurve Boogschutters080824 Ned Vertaling Informatiegids Voor Recurve Boogschutters
080824 Ned Vertaling Informatiegids Voor Recurve Boogschutters
 
Meerjarenbeleidsplan Participatie
Meerjarenbeleidsplan ParticipatieMeerjarenbeleidsplan Participatie
Meerjarenbeleidsplan Participatie
 
Onetouch 810 user manual - dutch
Onetouch 810   user manual - dutchOnetouch 810   user manual - dutch
Onetouch 810 user manual - dutch
 
Evaluatie bestrijding AI crisis, maart 2004
Evaluatie bestrijding AI crisis, maart 2004Evaluatie bestrijding AI crisis, maart 2004
Evaluatie bestrijding AI crisis, maart 2004
 
E book ondernemen-met-sociale-netwerken
E book ondernemen-met-sociale-netwerkenE book ondernemen-met-sociale-netwerken
E book ondernemen-met-sociale-netwerken
 
Ondernemen Met Sociale Netwerken
Ondernemen Met Sociale NetwerkenOndernemen Met Sociale Netwerken
Ondernemen Met Sociale Netwerken
 
Berenschot Duurzaamheid ABC's
Berenschot Duurzaamheid ABC'sBerenschot Duurzaamheid ABC's
Berenschot Duurzaamheid ABC's
 
Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"
Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"
Phoenix Contact, workshop "IT-powered AUTOMATION - multifunctionele besturingen"
 
Tutorial siemensplc s7300
Tutorial siemensplc s7300Tutorial siemensplc s7300
Tutorial siemensplc s7300
 
Versie Aug 2008 Wetensch Vertaling Ned
Versie Aug 2008 Wetensch Vertaling NedVersie Aug 2008 Wetensch Vertaling Ned
Versie Aug 2008 Wetensch Vertaling Ned
 
Verslag van Deskundig Onderzoek
Verslag van Deskundig OnderzoekVerslag van Deskundig Onderzoek
Verslag van Deskundig Onderzoek
 
Niko NV - Home control
Niko NV - Home controlNiko NV - Home control
Niko NV - Home control
 
Fedasil wil stress medewerkers aanpakken
Fedasil wil stress medewerkers aanpakkenFedasil wil stress medewerkers aanpakken
Fedasil wil stress medewerkers aanpakken
 
Evaluatie autogerelateerde-belastingen-2008-2013
Evaluatie autogerelateerde-belastingen-2008-2013 Evaluatie autogerelateerde-belastingen-2008-2013
Evaluatie autogerelateerde-belastingen-2008-2013
 

Fiat Stilo Instructieboek

  • 2. G eachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Stilo. Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk onderdeel van uw Fiat Stilo leert kennen en u uw auto op de juiste manier zult gebruiken. Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden. Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw Fiat Stilo volledig te benutten. A ls uw Fiat Stilo buiten gebruik wordt gesteld, dan kan deze vrijwel geheel worden gerecycled, omdat voldaan wordt aan de voorwaarden van het F.A.RE.-project. Dankzij dit project kunnen de Fiat-dealers uw voertuig milieuvriendelijk (en geheel volgens de wettelijke normen) buiten gebruik stellen, als u tot de aanschaf van een nieuwe auto overgaat. Voor het milieu heeft dat een groot voordeel: niets gaat verloren, niets wordt gestort en er zijn minder nieuwe grondstoffen nodig. Wij raden u aan om de aanwijzingen en tips bij de symbolen onder aan de pagina aandachtig te lezen: veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu. In de SERVICE- EN GARANTIEHANDLEIDING vindt u naast het schema voor het geprogrammeerd onderhoud: – het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden – een overzicht van de speciale aanvullende service voor cliënten. Veel leesplezier en goede reis! Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van de Fiat Stilo beschreven worden, dient u zich aan de informatie te houden met betrekking tot de uitrusting, de motoruitvoering en het model van de auto die u gekocht hebt.
  • 3. ABSOLUUT LEZEN! BRANDSTOF TANKEN K Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON. Dieselmotoren: tank uitsluitend dieselbrandstof voor motorvoertuigen die voldoet aan de Europese specificatie EN590. MOTOR STARTEN Benzinemotoren met handgeschakelde versnellingsbak: controleer of de handrem is aangetrok- ken; zet de versnellingspook in vrij; trap het koppelingspedaal volledig in, maar trap het gaspedaal niet in; draai vervolgens de start-/contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat. Benzinemotoren met Selespeed versnellingsbak: trap het rempedaal volledig in; draai vervolgens de start-/contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat; de versnellingsbak staat automatisch in de vrijstand. Dieselmotoren: draai de start-/contactsleutel in stand MAR en wacht tot de waarschuwingslampjes Y en m doven; draai de start-/contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat. PARKEREN BOVEN BRANDBARE MATERIALEN Omdat tijdens de werking de katalysator zeer warm wordt, verdient het aanbeveling niet te parkeren boven gras, droge bladeren, dennennaalden of ander brandbaar materiaal: brandgevaar.
  • 4. BESCHERMING VAN HET MILIEU De auto is uitgerust met een diagnosesysteem, dat continu controles uitvoert op de componenten die van invloed zijn op de uitlaatgasemissie zodat overmatige vervuiling van het milieu wordt voorkomen. ELEKTRISCHE APPARATUUR Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die stroom verbruiken (waardoor de accu lang- zaam kan ontladen), dient u contact op te nemen met de Fiat-dealer. Deze kan controleren of de elek- trische installatie van de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik. CODE-card Bewaar de CODE-card op een veilige plaats, maar niet in de auto. Wij raden u aan de elektronische code van de CODE-card altijd bij u te hebben omdat deze onmisbaar is voor het uitvoeren van een noodstart. GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD Bedenk dat een goed onderhoud van de auto de beste manier is om de prestaties en de veiligheid van de auto gedurende langere tijd te garanderen. Daarbij wordt ook het milieu ontzien en blijven de exploi- tatiekosten laag. IN HET INSTRUCTIEBOEKJE… …vindt u informatie, tips en belangrijke waarschuwingen voor het juiste gebruik, veilig rijden en het onderhoud van uw auto. Let vooral op de symbolen " (veiligheid van de inzittenden), # (bescherming van het milieu) en ! (conditie van de auto).
  • 5. EN BEDIENING DASHBOARD EN BEDIENINGSKNOPPEN DASHBOARD DASHBOARD ...................................................................... 5 PLAFONDVERLICHTING ................................................ 127 INSTRUMENTENPANEEL ................................................ 6 BEDIENING .......................................................................... 129 VEILIGHEID SYMBOLEN ........................................................................... 8 INTERIEURUITRUSTING ................................................... 131 FIAT CODE .......................................................................... 8 “SKYWINDOW” DE SLEUTELS ....................................................................... 10 (OPENDAK MET LAMELRUITEN) ................................. 137 EN RIJDEN STARTEN DIEFSTALALARM ................................................................ 21 PORTIEREN .......................................................................... 144 START-/CONTACTSLOT ................................................ 25 ELEKTRISCHE RUITBEDIENING .................................... 145 INSTRUMENTEN ................................................................ 27 BAGAGERUIMTE ................................................................ 147 EN BERICHTEN LAMPJES MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY .................................... 30 MOTORKAP ......................................................................... 161 INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL IMPERIAAL/SKIDRAGER ................................................... 162 DISPLAY ................................................................................. 62 KOPLAMPEN ....................................................................... 163 ZITPLAATSEN ..................................................................... 78 GEVALLEN NOOD- ABS .......................................................................................... 165 HOOFDSTEUNEN ............................................................. 86 STUURWIEL ......................................................................... 87 ESP ........................................................................................... 166 SPIEGELS ................................................................................ 88 ASR .......................................................................................... 168 ONDERHOUD EN ZORG KLIMAATREGELING .......................................................... 91 EOBD ...................................................................................... 170 VERWARMING EN VENTILATIE ................................... 93 AUTORADIO ....................................................................... 171 AIRCONDITIONING, HANDBEDIEND ...................... 95 EXTRA ACCESSOIRES ...................................................... 171 TECHNISCHE GEGEVENS AIRCONDITIONING, AUTOMATISCH MET ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING GESCHEIDEN REGELING ................................................ 98 “DUALDRIVE” ..................................................................... 172 HULPVERWARMING ........................................................ 104 PARKEERSENSOREN ......................................................... 174 ALFABETISCH BUITENVERLICHTING ..................................................... 109 REGISTER EASY GO RUITEN REINIGEN ............................................................ 112 (HERKENNINGSSYSTEEM) .............................................. 176 CRUISE-CONTROL ........................................................... 118 TANKEN MET DE FIAT STILO ...................................... 188 4 ADAPTIEVE CRUISE-CONTROL ................................... 121 BESCHERMING VAN HET MILIEU ................................ 191
  • 6. DASHBOARD EN BEDIENING DASHBOARD De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsknoppen, de instrumenten en de controlelampjes kunnen per uitvoering verschillen. VEILIGHEID EN RIJDEN STARTEN EN BERICHTEN LAMPJES GEVALLEN NOOD- F0C0155m ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS 1. Uitstroomopening voor lucht naar de zijruiten - 2. Verstelbaar en regelbaar luchtrooster - 3. Bedieningshendel bui- tenverlichting - 4. Instrumentenpaneel - 5. Verstelbaar en regelbaar luchtrooster - 6. Schakelaar waarschuwingsknip- perlichten - 7. Bedieningsknoppen autoradio - 8. Airbag voor aan passagierszijde - 9. Bovenste dashboardkastje - 10. Onderste dashboardkastje - 11. Bedieningsknoppen verwarming, ventilatie en airconditioning - 12. ALFABETISCH REGISTER Bedieningshendel ruitenwissers/achterruitwisser/trip computer- 13. Start-/contactslot - 14. Airbag voor aan bestuur- derszijde - 15. Hendel voor stuurwielverstelling - 16. Toegangsklepje zekeringenkast - 17. Hendel voor motorkapont- grendeling - 18. Schakelaarpaneel bediening verlichting en toegang tot en instelling van menu. 5
  • 7. EN BEDIENING INSTRUMENTENPANEEL DASHBOARD UITVOERINGEN 1.416V - 1.616V - VEILIGHEID 1.816V A- Toerenteller EN RIJDEN B - Brandstofmeter met waarschu- STARTEN wingslampje brandstofreserve C- Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge EN BERICHTEN LAMPJES koelvloeistoftemperatuur D - Snelheidsmeter F0C0008m E - Multifunctioneel display. GEVALLEN NOOD- UITVOERINGEN 1.9 JTD 80 - 1.9 JTD 115 - 1.9 Multijet ONDERHOUD A- Toerenteller EN ZORG B- Brandstofmeter met waarschuwings- lampje brandstofreserve C- Koelvloeistoftemperatuurmeter met TECHNISCHE GEGEVENS waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur D - Snelheidsmeter ALFABETISCH REGISTER E - Multifunctioneel display. F0C0009m 6
  • 8. UITVOERINGEN 2.420V Selespeed EN BEDIENING DASHBOARD ABARTH en 2.420V handgescha- kelde versnellingsbak A - Toerenteller B - Brandstofmeter met waarschu- VEILIGHEID wingslampje brandstofreserve C - Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur EN RIJDEN D - Snelheidsmeter STARTEN E - Display kilometerteller (totaalstand, inschakeling elektrische stuurbe- krachtiging “City” en weergave kop- F0C0462m EN BERICHTEN lampafstelling) LAMPJES F - Multifunctioneel display G - Display digitaal klokje (alleen uit- voeringen 2.420V Selespeed ABARTH). GEVALLEN NOOD- UITVOERING 2.420V met adaptie- ve Cruise-Control A - Toerenteller ONDERHOUD B - Brandstofmeter met waarschu- EN ZORG wingslampje brandstofreserve C - Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur TECHNISCHE GEGEVENS D - Snelheidsmeter E - Display kilometerteller (totaalstand, inschakeling elektrische stuurbe- krachtiging “City” en weergave kop- ALFABETISCH REGISTER lampafstelling) F - Instelbaar multifunctioneel display G - Display digitaal klokje F0C0011m 7
  • 9. EN BEDIENING DASHBOARD SYMBOLEN Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw auto zijn specifiek gekleurde plaatjes aangebracht met daarop symbolen die uw aandacht vragen en die voorzorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen VEILIGHEID als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt. Onder de motorkap bevindt zich een plaatje met een korte samenvatting van de symbolen. EN RIJDEN STARTEN FIAT CODE Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto uitgerust met EN BERICHTEN LAMPJES een elektronische startblokkering (Fiat CODE). Het systeem schakelt automatisch in als de start-/contactsleutel wordt uitgenomen. In iedere sleutel zit een elektronisch component gemonteerd dat bij het starten van de motor een signaal ontvangt via een speciale antenne die in GEVALLEN NOOD- het start-/contactslot is ingebouwd. Het signaal wordt bij het starten F0C0145m omgezet in een gecodeerd signaal en vervolgens aan de regeleenheid van de Fiat CODE gezonden, die, als de code wordt herkend, het starten van de motor mogelijk maakt. ONDERHOUD EN ZORG WERKING Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR draait, dan TECHNISCHE stuurt het Fiat CODE-systeem een code naar de regeleenheid van de GEGEVENS motor die, als de code wordt herkend, de blokkering van de functies opheft. De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van het systeem de ALFABETISCH REGISTER door de sleutel verzonden code heeft herkend. Iedere keer als u de contactsleutel in de stand STOP zet, schakelt de Fiat CODE de functies van de elektronische regeleenheid van de motor uit. 8
  • 10. Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat Als het lampje Y tijdens het rijden gaat branden EN BEDIENING DASHBOARD op het instrumentenpaneel het waarschuwingslampje Y (indien aanwezig) branden terwijl op het display ❒ Als het lampje Y gaat branden en tegelijkertijd een een bericht verschijnt (zie het hoofdstuk “Lampjes en bericht op het display verschijnt (zie het hoofdstuk berichten”). “Lampjes en berichten”), dan betekent dit dat het systeem een zelfdiagnose uitvoert (bijv. bij een ver- VEILIGHEID In dat geval raden wij u aan de sleutel in stand STOP mindering van de spanning). Als u het systeem wilt en vervolgens in stand MAR te draaien; als de motor controleren, moet u de auto stilzetten en de con- geblokkeerd blijft, probeer het dan opnieuw met de tactsleutel in stand STOP en vervolgens opnieuw in andere geleverde sleutels. Als de motor nog niet aan- stand MAR draaien: als er geen enkele storing EN RIJDEN STARTEN slaat, voer dan zelf een noodstart uit (zie het hoofd- wordt gevonden, gaat het waarschuwingslampje Y stuk “Noodgevallen”) en wendt u daarna tot de Fiat- niet branden. dealer. ❒ Als het waarschuwingslampje Y blijft branden, EN BERICHTEN BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code die in moet de hiervoor beschreven procedure herhaald LAMPJES de regeleenheid van het systeem moet worden opge- worden en de contactsleutel langer dan 30 secon- slagen. Voor het opslaan van nieuwe sleutels ( maxi- den in stand STOP worden gezet. Als de storing maal acht) moet u zich tot de Fiat-dealer wenden. blijft bestaan, wendt u dan tot de Fiat-dealer. ❒ Als het waarschuwingslampje Y blijft branden, GEVALLEN NOOD- wordt de code niet herkend. In dat geval moet u de sleutel in stand STOP en vervolgens in stand MAR draaien; als de motor geblokkeerd blijft, probeer ONDERHOUD het dan opnieuw met de andere geleverde sleutels. EN ZORG Als de motor nog niet aanslaat, voer dan zelf een noodstart uit (zie het hoofdstuk “Noodgevallen”) en wendt u daarna tot de Fiat-dealer. TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH Bij krachtige stoten kunnen de elektronische componenten in de sleutel beschadigd worden. REGISTER 9
  • 11. EN BEDIENING DASHBOARD DE SLEUTELS CODE- CARD Bij de auto worden twee sleutels (of, afhankelijk van de uitvoering, CID’s) VEILIGHEID geleverd en de CODE-card waarop staat aangegeven: ❒ de elektronische code (A) voor het uitvoeren van een noodstart (zie de paragraaf “Noodstart” in het hoofdstuk “Starten en rijden”) EN RIJDEN ❒ de mechanische code van de sleutels (B), die bij aanvraag van STARTEN F0C0001m duplicaatsleutels aan de Fiat-dealer moet worden medegedeeld. Wij raden u aan de elektronische code (A) altijd bij u te hebben omdat EN BERICHTEN deze onmisbaar is voor het uitvoeren van een noodstart. LAMPJES BELANGRIJK Om schade aan de elektronische schakelingen in de sleutels te voorkomen, mogen de sleutels niet aan directe zonnestraling worden GEVALLEN blootgesteld. NOOD- ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH Als de auto wordt verkocht, moeten alle sleutels (of de CID’s) en de CODE-card overhandigd REGISTER worden aan de nieuwe eigenaar. 10
  • 12. MECHANISCHE SLEUTEL (indien aanwezig) EN BEDIENING DASHBOARD De sleutel is uitgerust met een metalen baard (A) en dient voor: ❒ het start-/contactslot ❒ de sloten van de portieren en de achterklep VEILIGHEID ❒ het ver-/ontgrendelen van het tankklepje ❒ het openen/sluiten van de ruiten en het opendak met lamelruiten (Skywindow) (indien aanwezig) EN RIJDEN STARTEN F0C0320m ❒ het dead lock-systeem ❒ de sleutelschakelaar voor het uitschakelen van de airbag aan passagierszijde en de zij-airbags achter (indien aanwezig). EN BERICHTEN LAMPJES Knop (B) dient voor het uitklappen van de metalen baard (A). Houd voor het inklappen van de metalen baard in de handgreep knop (B) ingedrukt en draai de baard in de richting van de pijl tot de baard GEVALLEN vastklikt. Laat hierna knop (B) los. NOOD- ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS Druk knop (B) alleen in als de sleutel ver genoeg van het lichaam (speciaal de ATTENTIE ogen) en van voorwerpen die snel beschadigen (bijvoorbeeld kledingstukken) is ALFABETISCH verwijderd. Laat de sleutel nooit onbeheerd achter. Hiermee voorkomt u dat REGISTER iemand (dit geldt in het bijzonder voor kinderen) per ongeluk op de knop drukt. 11
  • 13. EN BEDIENING DASHBOARD SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING De sleutel is uitgerust met een metalen baard (A) en dient voor: ❒ het start-/contactslot ❒ de sloten van de portieren en de achterklep VEILIGHEID ❒ het ver-/ontgrendelen van het tankklepje ❒ het openen/sluiten van de ruiten en het opendak met lamelruiten (Skywindow) (indien aanwezig) ❒ het dead lock-systeem EN RIJDEN STARTEN F0C0327m ❒ de sleutelschakelaar voor het uitschakelen van de airbag aan passagierszijde en de zij-airbags achter (indien aanwezig). Knop Ë voor het op afstand ontgrendelen van de portieren, de achterklep EN BERICHTEN LAMPJES en het tankklepje. Knop Á voor het op afstand vergrendelen van de portieren, de achterklep en het tankklepje. Knop R voor het op afstand ontgrendelen van de achterklep. GEVALLEN NOOD- Knop (B) voor het uitklappen van de metalen baard (A). Houd voor het inklappen van de metalen baard in de handgreep, knop (B) ingedrukt en draai de baard in de richting van de pijl tot de baard ONDERHOUD EN ZORG vastklikt. Laat hierna knop (B) los. Lampje (C) gaat branden als de opdracht naar de ontvanger van het diefstalalarm is verzonden. Zie voor de werking van de sleutel met afstandsbediening en alle te TECHNISCHE GEGEVENS wijzigen instellingen, de paragraaf “Diefstalalarm” in dit hoofdstuk. ALFABETISCH Druk knop (B) alleen in als de sleutel ver genoeg van het lichaam (speciaal de REGISTER ATTENTIE ogen) en van voorwerpen die snel beschadigen (bijvoorbeeld kledingstukken) is verwijderd. Laat de sleutel nooit onbeheerd achter. Hiermee voorkomt u dat iemand (dit geldt in het bijzonder voor kinderen) per ongeluk op de knop drukt. 12
  • 14. Portieren en achterklep ontgrendelen EN BEDIENING DASHBOARD Druk de knop Ë kort in voor het op afstand ontgrendelen van de portieren, de achterklep en het tankklepje. Gelijktijdig wordt het diefstalalarm (indien aanwezig) uitgeschakeld, de plafondverlichting tijdelijk ingeschakeld en knipperen de richtingaanwijzers twee keer VEILIGHEID (bepaalde uitvoeringen/markten). Druk de knop Ë langer dan 2 seconden in voor het openen van de ruiten en het opendak met lamelruiten (Skywindow) (indien aanwezig). Druk bij de Multiwagon-uitvoeringen twee keer snel achter elkaar op de EN RIJDEN STARTEN knop Ë voor het openen van de opklapbare achterruit (indien aanwezig). F0C0408m Als na het ontgrendelen van de portieren en de achterklep binnen enkele seconden geen enkel portier noch de achterklep wordt geopend, dan vergrendelt het systeem automatisch de portieren en de achterklep. EN BERICHTEN LAMPJES Als de brandstofnoodschakelaar in werking treedt, worden de portieren en de achterklep automatisch ontgrendeld. In het “Instelmenu” op het display (zie de paragraaf “Multifunctioneel display” in dit hoofdstuk) of het Connect/Navigatiesysteem (indien GEVALLEN aanwezig) op de middenconsole, is het mogelijk het systeem zo in te NOOD- stellen dat na het indrukken van de knop Ë alleen het bestuurdersportier wordt ontgrendeld of alle portieren. ONDERHOUD EN ZORG Portieren en achterklep vergrendelen Druk de knop Á kort in voor het op afstand vergrendelen van de portieren, de achterklep en het tankklepje. Gelijktijdig wordt het diefstalalarm (indien aanwezig) ingeschakeld, de plafondverlichting TECHNISCHE GEGEVENS uitgeschakeld en knipperen de richtingaanwijzers één keer. Druk de knop Á langer dan 2 seconden in voor het sluiten van de ruiten en het opendak met lamelruiten (indien aanwezig). Druk twee keer snel achter elkaar op de knop voor het inschakelen van het dead lock-systeem ALFABETISCH REGISTER (zie de paragraaf “Dead lock-systeem”). Als één van de voorportieren geopend blijft, dan worden alleen de achterportieren vergrendeld; controleer in dit geval of alle portieren gesloten zijn en vergrendel de portieren opnieuw. 13
  • 15. EN BEDIENING DASHBOARD Achterklep op afstand ontgrendelen Druk de knop R in en houd de knop ingedrukt om op afstand de achterklep te ontgrendelen (openen); dit kan ook bij ingeschakeld diefstalalarm (indien aanwezig). VEILIGHEID Als de achterklep wordt geopend, knipperen de richtingaanwijzers twee keer; bij het sluiten knipperen de richtingaanwijzers één keer (alleen bij ingeschakeld diefstalalarm). Als bij auto’s met diefstalalarm de achterklep wordt geopend, dan EN RIJDEN STARTEN F0C0408m worden de volumetrische beveiliging en de achterklepsensor uitgeschakeld. BELANGRIJK Als de afstandsbediening niet werkt, blijft het altijd mogelijk EN BERICHTEN de bovenstaande handelingen uit te voeren met de metalen baard van de LAMPJES sleutel. Als de achterklep weer wordt vergrendeld, dan wordt de beveiliging hersteld. GEVALLEN NOOD- Lampje op bestuurdersportier ONDERHOUD Als de portieren worden vergrendeld, gaat lampje (A) ongeveer 3 EN ZORG seconden branden en daarna knipperen (bewakingsfunctie). Als de portieren worden vergrendeld en één of meer portieren en/of de achterklep is/zijn niet goed gesloten, gaan het lampje en de TECHNISCHE GEGEVENS richtingaanwijzers snel knipperen. ALFABETISCH REGISTER F0C0138m 14
  • 16. Batterij van de sleutel met afstandsbediening vervangen EN BEDIENING DASHBOARD Als u de knop Ë, Á of R indrukt en lampje (F) op de sleutel knippert slechts een keer kort, dan moet de batterij worden vervangen door een nieuw exemplaar dat normaal in de handel verkrijgbaar is. VEILIGHEID Ga voor het vervangen van de batterij als volgt te werk: ❒ druk op knop (A) en klap de metalen baard (B) uit; ❒ draai met een kleine schroevendraaier de sluiting (C) op :; EN RIJDEN STARTEN ❒ trek de batterijhouder (D) naar buiten en vervang de batterij (E); let F0C0037m daarbij goed op de polariteit; ❒ plaats de batterijhouder (D) in de sleutel en draai de sluiting (C) op ;. EN BERICHTEN LAMPJES Extra afstandsbedieningen bestellen Het systeem kan tot 8 afstandsbedieningen herkennen. Als u na verloop van tijd een nieuwe afstandsbediening nodig hebt, kunt u zich tot een Fiat- GEVALLEN dealer wenden. Neem dan de CODE-card, een identiteitsbewijs en de NOOD- autopapieren mee. ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Ze dienen in speciaal daarvoor bestemde containers REGISTER te worden gedeponeerd. Ze kunnen ook ingeleverd worden bij de Fiat-dealer. Die zorgt vervolgens voor de afvoer. 15
  • 17. EN BEDIENING DASHBOARD CID (Customer Identification Device) (alleen voor uitvoeringen met Easy Go) De CID is de “elektronische sleutel” die u altijd bij u moet hebben om door de auto automatisch geïdentificeerd te worden als rechthebbende op het gebruik ervan. Met de CID worden de portieren automatisch VEILIGHEID ontgrendeld als u de auto nadert. De sleutel is bovendien uitgerust met drie knoppen: ❒ knop Ë voor het op afstand ontgrendelen van de portieren, de EN RIJDEN STARTEN F0C0330m achterklep en het tankklepje. ❒ knop Á voor het op afstand vergrendelen van de portieren, de achterklep en het tankklepje. EN BERICHTEN ❒ knop R voor het op afstand ontgrendelen van de achterklep. LAMPJES De sleutel beschikt bovendien over een metalen baard (A) waarmee in geval van nood het volgende bediend kan worden: GEVALLEN ❒ de sloten van de portieren en de achterklep NOOD- ❒ het ver-/ontgrendelen van het tankklepje ❒ het openen/sluiten van de ruiten en het opendak met lamelruiten ONDERHOUD EN ZORG (Skywindow) (indien aanwezig) ❒ het dead lock-systeem ❒ de sleutelschakelaar voor het uitschakelen van de airbag aan TECHNISCHE GEGEVENS passagierszijde en de zij-airbags achter (indien aanwezig). Druk op het ontgrendelknopje (B) en laat de baard rustig naar buiten komen, zoals is aangegeven in de figuur. ALFABETISCH REGISTER F0C0291m 16
  • 18. Batterij van de CID vervangen EN BEDIENING DASHBOARD Ga voor het vervangen van de batterij als volgt te werk: ❒ draai de drie schroeven (A) los ❒ verwijder het deksel (B) VEILIGHEID ❒ verwijder de batterij (C) (type CR2032) en vervang deze door een batterij van hetzelfde type ❒ plaats het deksel (B) en draai de drie schroeven (A) vast. EN RIJDEN STARTEN F0C0292m Als de batterij van het CID bijna leeg is, verminderen de prestaties van het Easy Go-systeem; het blijft in dit geval wel mogelijk de motor te starten (zie “Starten van de motor” in de paragraaf “Easy Go EN BERICHTEN (herkenningssysteem)” in dit hoofdstuk). Wij raden u wel aan de batterij LAMPJES zo snel mogelijk te vervangen. BELANGRIJK Het verwijderen en bevestigen van deksel (B) moet voorzichtig worden uitgevoerd om beschadiging aan het GEVALLEN bevestigingssysteem en/of het omhulsel van de CID te voorkomen. Raak NOOD- de elektrische contacten in de CID niet aan en voorkom dat er vloeistof of stof in de CID komt. ONDERHOUD Extra CID’s bestellen EN ZORG Het systeem kan tot 4 CID’s herkennen. Als u na verloop van tijd een nieuwe CID nodig hebt, kunt u zich tot een Fiat-dealer wenden. Neem dan de CODE-card, een identiteitsbewijs en de autopapieren mee. TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Ze dienen in speciaal daarvoor bestemde containers REGISTER te worden gedeponeerd. Ze kunnen ook ingeleverd worden bij de Fiat-dealer. Die zorgt vervolgens voor de afvoer. 17
  • 19. EN BEDIENING DASHBOARD DEAD LOCK-SYSTEEM Dit veiligheidssysteem verhindert de werking van: ❒ de interne handgrepen en de veiligheidsknop van de auto; ❒ knop (A) voor het ver-/ontgrendelen van de portieren op het VEILIGHEID portierpaneel aan bestuurderszijde. Hierdoor kunnen de portieren niet van binnenuit worden geopend bij een inbraakpoging (bijvoorbeeld bij het inslaan van een ruit). EN RIJDEN STARTEN F0C0142m Het dead lock-systeem biedt dus de best mogelijke bescherming tegen inbraakpogingen. Daarom raden wij u aan om iedere keer als de u de auto verlaat, het systeem in te schakelen. EN BERICHTEN LAMPJES GEVALLEN NOOD- Als het dead lock-systeem is ingeschakeld, kunnen de portieren op geen enkele ONDERHOUD ATTENTIE EN ZORG wijze van binnenuit worden geopend. Controleer daarom, voordat u de auto verlaat, of er geen personen meer aan boord zijn. TECHNISCHE GEGEVENS Als de batterij van de sleutel met afstandsbediening of van de CID leeg is, kan het ATTENTIE systeem alleen worden ingeschakeld door de metalen baard van de sleutel/CID in ALFABETISCH REGISTER het slot van de portieren te steken en te draaien, zoals hiervoor is beschreven: in dat geval blijft het systeem alleen op de achterportieren ingeschakeld. 18
  • 20. Systeem inschakelen EN BEDIENING DASHBOARD Het systeem schakelt in de volgende gevallen op alle portieren automatisch in: ❒ als u de mechanische sleutel (A) (indien aanwezig) twee keer in de VEILIGHEID vergrendelstand zet; ❒ als u twee keer op de knop Á van de sleutel met afstandsbediening/CID drukt. EN RIJDEN Als het systeem is ingeschakeld, knipperen de richtingaanwijzers 3 keer STARTEN F0C0329m en knippert het lampje op het portierpaneel aan bestuurderszijde (zie de tabel op de volgende pagina). Het systeem schakelt niet in als één of meerdere portieren niet goed EN BERICHTEN LAMPJES gesloten zijn: zo wordt voorkomen dat een persoon via het geopende portier het interieur van de auto kan betreden en, als het portier vervolgens wordt gesloten, de auto niet meer kan verlaten. GEVALLEN Systeem uitschakelen NOOD- Het systeem schakelt in de volgende gevallen automatisch op alle portieren uit: ❒ als de portieren worden ontgrendeld; ONDERHOUD F0C0408m EN ZORG ❒ als alleen het bestuurdersportier wordt ontgrendeld; ❒ als de start-/contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid. TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 19
  • 21. EN BEDIENING DASHBOARD Hieronder worden alle met de sleutel in te schakelen functies samengevat (met en zonder afstandsbediening): Type Openen Sluiten portieren Openen ruiten Sluiten ruiten Dead lock Openen sleutel portieren en en vergrendelen en openen Sky- en sluiten Sky- achterklep ontgrendelen tank- window(indien window(indien VEILIGHEID tankklepje klepje aanwezig) aanwezig) Sleutel linksom Sleutel Langer dan 2 secon- Langer dan 2 secon- Sleutel twee keer Sleutel (bestuurderszijde) rechtsom draaien den in ontgrendel- den in vergrendel- in vergrendelstand rechtsom draaien Mechanische draaien (rechtsom sleutel of rechtsom (bestuurderszijde) stand draaien (links- stand draaien bestuurderszijde; EN RIJDEN om bestuurderszij- STARTEN (indien (passagierszijde) of linksom (rechtsom bestuur- draaien (passagierszijde) de; rechtsom passa- derszijde; linksom linksom passagiers- aanwezig) zijde) gierszijde) passagierszijde) Sleutel Sleutel Langer dan 2 secon- Langer dan 2 secon- Sleutel twee keer Sleutel EN BERICHTEN linksom rechtsom draaien den in ontgrendel- den in vergrendel- in vergrendelstand rechtsom draaien LAMPJES (bestuurderszijde) (bestuurderszijde) stand draaien (links- stand draaien draaien (rechtsom Sleutel met of of linksom om bestuurderszij- (rechtsom bestuur- bestuurderszijde; afstandsbe- rechtsom (passagierszijde) de; rechtsom passa- derszijde; linksom linksom passagiers- diening/ (passagierszijde) gierszijde) passagierszijde) zijde) GEVALLEN draaien NOOD- CID Knop R Knop Knop Knop Ë langer dan Knop Á langer dan Knop Á 2 keer in- langer dan 2 secon- Ë kort indrukken Á kort indrukken 2 seconden indruk- 2 seconden indruk- drukken den indrukken ONDERHOUD ken ken EN ZORG Knipperen 1 x Knipperen richting- 2 x Knipperen 2 x Knipperen 1 x Knipperen 3 x Knipperen 2 x Knipperen aanwijzers TECHNISCHE (alleen met GEGEVENS sleutel met afstandsbe- diening) Lampje be- ALFABETISCH Doven bewakings- 3 Seconden continu Twee x knipperen REGISTER stuurders- Doven bewakings- Knipperen lampje branden en vervol- en vervolgens knip- Knipperen portier lampje bewakingslampje bewakingslampje gens knipperen be- peren wakingslampje bewakingslampje 20
  • 22. DIEFSTALALARM (indien Toch is een maximum aantal cycli voorzien voor de EN BEDIENING DASHBOARD akoestische en zichtbare signalen. Na een aanwezig) alarmsignalering schakelt het systeem over naar de normale bewakingsfunctie. Het diefstalalarm, een aanvulling op alle reeds beschreven functies van de afstandsbediening, wordt De volumetrische beveiliging en de kantelsensor VEILIGHEID bediend door de ontvanger die onder het dashboard kunnen met de betreffende bedieningsknoppen op de nabij het zekeringenkastje is geplaatst. plafondverlichting voor worden uitgeschakeld (zie de paragrafen “Volumetrische beveiliging” en WANNEER GAAT HET ALARM AF “Kantelsensor” op de volgende pagina’s). EN RIJDEN STARTEN Het diefstalalarm wordt in de volgende gevallen BELANGRIJK De startblokkering wordt uitgevoerd geactiveerd: door de Fiat CODE en wordt automatisch ingeschakeld als de contactsleutel uit het start-/ ❒ als één van de portieren, de motorkap of de EN BERICHTEN contactslot wordt genomen. LAMPJES achterklep ongeoorloofd wordt geopend (omtrekbeveiliging); ❒ bij een startpoging (contactsleutel in stand MAR ); ❒ als de kabels van de accu worden onderbroken; GEVALLEN NOOD- ❒ als er bewegende voorwerpen in het interieur aanwezig zijn (volumetrische beveiliging); ONDERHOUD ❒ bij het optillen/kantelen van de auto. EN ZORG Als het alarm in werking treedt, wordt, afhankelijk van het land, de sirene geactiveerd en gaan de richtingaanwijzers knipperen (ongeveer 26 seconden). TECHNISCHE GEGEVENS De wijze waarop het systeem werkt en het aantal cycli kunnen per land verschillen. ALFABETISCH REGISTER 21
  • 23. EN BEDIENING DASHBOARD ALARM INSCHAKELEN Richt bij gesloten portieren, achterklep en motorkap en contactslot in stand STOP of met uitgenomen sleutel, de sleutel met afstandsbediening of, afhankelijk van de uitvoering, de CID in de richting van de auto. Druk op de knop Á en laat de knop weer los. VEILIGHEID Bij de meeste uitvoeringen geeft het systeem een akoestisch signaal (“BIEP”) en wordt de portiervergrendeling ingeschakeld. Het inschakelen van het alarm wordt voorafgegaan door een zelfdiagnose: EN RIJDEN STARTEN F0C0335m als het systeem een storing vindt, dan klinkt nogmaals een akoestisch signaal en verschijnt op het display een bericht (zie het hoofdstuk “Lampjes en berichten”). EN BERICHTEN Schakel in dit geval het diefstalalarm uit door de knop Ë in te drukken, LAMPJES controleer of de portieren, de motorkap en de achterklep goed gesloten zijn en schakel het alarm opnieuw in met de knop Á. Als de portieren, de motorkap en de achterklep niet goed gesloten zijn, GEVALLEN worden ze niet door het diefstalalarm gecontroleerd. NOOD- Als bij goed gesloten portieren, motorkap en achterklep het akoestisch signaal wordt herhaald, dan is er een storing gesignaleerd in de werking van het systeem. Wendt u in dat geval tot de Fiat-dealer. ONDERHOUD EN ZORG BELANGRIJK Als de portieren met de metalen baard van de sleutel (A) centraal worden vergrendeld, schakelt het alarm niet in. BELANGRIJK De werking van het diefstalalarm verschilt per land. TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 22
  • 24. ALARM UITSCHAKELEN EN BEDIENING DASHBOARD Druk op de knop Ë van de sleutel met afstandsbediening of, afhankelijk van de uitvoering, van de CID. Het volgende gebeurt (met uitzondering van bepaalde markten): VEILIGHEID ❒ de richtingaanwijzers knipperen twee keer kort; ❒ u hoort twee korte akoestische signalen (“BIEP’s”); ❒ de portieren worden ontgrendeld. EN RIJDEN STARTEN F0C0408m BELANGRIJK Als u de portieren centraal ontgrendelt met de metalen baard van de sleutel of, afhankelijk van de uitvoering, van de CID, dan schakelt het alarm niet uit. EN BERICHTEN LAMPJES VOLUMETRISCHE BEVEILIGING In de plafondverlichting voor bevinden zich de volumetrische sensoren. Voor de juiste werking van de volumetrische sensoren moeten de GEVALLEN portieren, de zijruiten en het opendak met lamelruiten (Skywindow) NOOD- (indien aanwezig) geheel gesloten zijn. Beveiliging uitschakelen ONDERHOUD EN ZORG Indien nodig, als het alarm moet worden ingeschakeld als er personen of dieren aan boord van de auto zijn, moet de volumetrische beveiliging worden uitgeschakeld door knop (A) op de plafondverlichting voor in te drukken. TECHNISCHE GEGEVENS De uitschakeling is ook nodig wanneer met de afstandsbediening de hulpverwarming wordt ingeschakeld. De beveiliging blijft uitgeschakeld totdat de portieren centraal worden ALFABETISCH REGISTER ontgrendeld. F0C0286m 23
  • 25. EN BEDIENING DASHBOARD KANTELSENSOR De kantelsensor meet iedere verandering in de hellingshoek van de auto en signaleert daardoor het geheel of gedeeltelijk optillen van de auto (bijv. bij het verwijderen van een wiel). VEILIGHEID De kantelsensor signaleert een minimale verandering in de hellingshoek van de auto, zowel langs de lengte- als de dwarsas. Veranderingen in de hellingshoek worden niet gesignaleerd als de snelheid lager is dan 0,5°/min. (bijvoorbeeld: als een band langzaam leegloopt). EN RIJDEN STARTEN F0C0287m Beveiliging uitschakelen Voor het uitschakelen van de kantelsensor (bijvoorbeeld bij het slepen EN BERICHTEN LAMPJES van de auto met ingeschakeld diefstalalarm) moet u knop (A) op de plafondverlichting voor indrukken. De sensor blijft uitgeschakeld totdat de portieren centraal worden ontgrendeld. GEVALLEN MELDINGEN VAN INBRAAKPOGINGEN NOOD- Iedere inbraakpoging wordt aangegeven door het branden van het controlelampje Y (indien aanwezig) op het instrumentenpaneel en het tegelijk verschijnen van een bericht op het display (zie het hoofdstuk ONDERHOUD EN ZORG “Lampjes en berichten”). ALARM BUITEN GEBRUIK STELLEN TECHNISCHE Als u het diefstalalarm buiten gebruik wilt stellen (bijv. als de auto langere GEGEVENS tijd niet wordt gebruikt), dan hoeft u slechts de auto af te sluiten door de metalen baard van de sleutel met afstandsbediening of de CID (afhankelijk van de uitvoering) in het portierslot te draaien. ALFABETISCH BELANGRIJK Als de batterijen van de sleutels met afstandsbediening REGISTER of de CID (afhankelijk van de uitvoering) leeg zijn, of als er een storing is in het diefstalalarm, dan kunt u het systeem buiten werking stellen door de contactsleutel in het contactslot te steken en deze in stand MAR te draaien. 24
  • 26. START-/CONTACTSLOT EN BEDIENING DASHBOARD De sleutel kan in 3 standen worden gedraaid: ❒ STOP: motor uit, sleutel uitneembaar en stuur geblokkeerd. Enkele elektrische installaties werken (bijv. autoradio, centrale VEILIGHEID portiervergrendeling, diefstalalarm). ❒ MAR: contact aan. Alle elektrische installaties werken. ❒ AVV: starten van de motor. EN RIJDEN STARTEN F0C0164m Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging. Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleutel terugdraaien in stand STOP en nogmaals starten. EN BERICHTEN LAMPJES GEVALLEN NOOD- ONDERHOUD EN ZORG Als het start-/contactslot is geforceerd (bijv. bij een poging tot diefstal) moet u, ATTENTIE voordat u weer met de auto gaat rijden, de werking van het slot laten controleren bij een Fiat-dealer. TECHNISCHE GEGEVENS Neem altijd de sleutel uit het contactslot als de auto wordt verlaten, om ATTENTIE onvoorzichtig gebruik van de bedieningsknoppen te voorkomen. Vergeet niet de ALFABETISCH handrem aan te trekken en schakel de eerste versnelling in bij een helling omhoog of REGISTER de achteruit bij een helling omlaag. Laat kinderen nooit alleen in de auto achter. 25
  • 27. EN BEDIENING DASHBOARD STUURSLOT Inschakelen Zet de sleutel in stand STOP, trek de sleutel uit en draai het stuur totdat het vergrendelt. VEILIGHEID Uitschakelen Draai het stuur iets heen en weer, terwijl u de sleutel in stand MAR EN RIJDEN STARTEN F0C0164m draait. EN BERICHTEN LAMPJES GEVALLEN NOOD- ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS Verwijder de sleutel nooit als de auto nog in beweging is. Bij de eerste stuuruitslag ALFABETISCH REGISTER ATTENTIE blokkeert het stuur automatisch. Dit geldt altijd, ook als de auto gesleept wordt. 26
  • 28. INSTRUMENTEN EN BEDIENING DASHBOARD De achtergrondkleur en de vormgeving van de instrumenten kunnen per uitvoering verschillen. VEILIGHEID TOERENTELLER De toerenteller geeft het toerental van de motor aan. Als de wijzernaald in de gevarenzone staat (rood), dan betekent dit dat de motor met extreem hoge toerentallen draait. Deze toerentallen mogen slechts kort EN RIJDEN STARTEN F0C0224m worden aangehouden. BELANGRIJK De regeleenheid van de elektronische inspuiting blokkeert tijdelijk de toevoer van brandstof als de motor met te hoge toerentallen EN BERICHTEN draait, waardoor het motorvermogen zal afnemen. LAMPJES Bij stationair draaiende motor kan de toerenteller een geleidelijke of plotselinge toerentalstijging aangeven afhankelijk van de omstandigheden. Dit is normaal en vindt plaats als bijvoorbeeld de airconditioning of de GEVALLEN NOOD- elektroventilateur inschakelt. Een langzame wijziging in toerental dient vooral voor het behoud van de lading van de accu. Op enkele uitvoeringen is de toerenteller uitgerust met: ONDERHOUD EN ZORG ❒ een schaal tot 6000 toeren/min. ❒ een display voor weergave van het digitale klokje. TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 27
  • 29. EN BEDIENING DASHBOARD BRANDSTOFMETER De wijzer geeft de hoeveelheid brandstof aan die in de tank aanwezig is. Het waarschuwingslampje van de reservebrandstof (A) gaat branden (op het display verschijnt ook een bericht) als er nog ongeveer 9 liter brand- VEILIGHEID stof in de tank aanwezig is. E- brandstoftank leeg. F- brandstoftank vol. EN RIJDEN STARTEN F0C0389m Rijd niet met een bijna lege tank: door een onregelmatige brandstoftoe- voer kan de katalysator beschadigen. KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETER EN BERICHTEN LAMPJES De wijzer geeft de temperatuur aan van de motorkoelvloeistof, zodra de koelvloeistoftemperatuur hoger wordt dan ongeveer 50°C. Onder normale omstandigheden kan de wijzernaald op verschillende GEVALLEN posities in het bereik staan, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden NOOD- van de auto en de zelfregulerende werking van het motorkoelsysteem. Als het waarschuwingslampje (B) gaat branden (op het display verschijnt ook een bericht), dan is koelvloeistoftemperatuur te hoog; zet in dat ONDERHOUD EN ZORG geval de motor uit en wendt u tot de Fiat-dealer. TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER Als de wijzernaald in het rode gebied komt, zet dan onmiddellijk de motor uit en wendt u tot de Fiat-dealer. 28
  • 30. BEDIENINGSKNOPPEN EN BEDIENING DASHBOARD Om gebruik te maken van de informatie die het “Multifunctionele display” en het “Instelbare multifunctionele dis- play” kunnen leveren (met de contactsleutel in stand MAR), dient u bekend te zijn met de bedieningsknoppen (op het schakelaarpaneel naast de stuurkolom en op de rechter hendel voor de werking van de “Trip computer”). De werking wordt hierna beschreven. VEILIGHEID Wij raden u bovendien aan, voordat u een handeling uitvoert, dit hoofdstuk helemaal door te lezen. Toetsen Õ, Ô EN RIJDEN STARTEN Om de menuschermen en de keuzemogelijkheden van boven naar onder te doorlopen of om de weergegeven waarde te verhogen/verlagen. EN BERICHTEN LAMPJES Toets MODE Korter dan 2 seconden indrukken (impuls), aangegeven met b in de volgende beschrijvingen, om de keuze te bevesti- GEVALLEN gen en/of naar het volgende scherm te gaan of het menu te NOOD- F0C0022m openen. Langer dan 2 seconden indrukken, aangegeven met c in de volgende beschrijvingen, om de keuze te bevestigen en ONDERHOUD EN ZORG terug te keren naar het vorige scherm. Toets TRIP Korter dan 2 seconden indrukken (impuls), aangegeven met TECHNISCHE GEGEVENS h in de volgende beschrijvingen, om de verschillende schermen van de Trip computer te doorlopen. Langer dan 2 seconden indrukken, aangegeven met i in de ALFABETISCH volgende beschrijvingen, om de informatie van de Trip com- REGISTER puter op nul te zetten (reset) voor een nieuwe rit. F0C0023m 29
  • 31. EN BEDIENING DASHBOARD MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY Het “multifunctionele display” kan alle nuttige en noodzakelijke informa- tie tijdens de rit weergeven: VEILIGHEID INFORMATIE OP HET STANDAARDSCHERM ❒ Totaal aantal afgelegde km’s (H). ❒ Klokje (E). EN RIJDEN STARTEN ❒ Buitentemperatuur (C). F0C3238i ❒ Datum (A). EN BERICHTEN Bij uitgenomen contactsleutel wordt alleen het klokje weergegeven; bij LAMPJES het openen van een voorportier wordt het display verlicht en wordt ook de kilometerteller weergegeven. INFORMATIE OVER DE AUTO GEVALLEN NOOD- ❒ Afstand tot volgende servicebeurt. ❒ Informatie Trip computer. ❒ Lichtsterkteregeling bedieningsknoppen. ONDERHOUD EN ZORG ❒ Weergave storingen. ❒ Weergave waarschuwingen met bijbehorend symbool (bijv.: mogelijke ijsvorming op de weg (B) of Engelse sleutel (F)). TECHNISCHE GEGEVENS ❒ Weergave city-functie (indien ingeschakeld) (D). ❒ Weergave koplampafstelling (alleen als het dimlicht is ingeschakeld) (G). ALFABETISCH REGISTER ❒ Motoroliepeil (uitvoeringen JTD en Multijet). 30
  • 32. Er is ook een menu aanwezig waarin met de bedie- ❒ ACHTERKLEP ONAFHANKELIJK ONTGRENDE- EN BEDIENING DASHBOARD ningsknoppen (zie “Bedieningsknoppen” op de vorige LEN pagina’s) de volgende instellingen kunnen worden uit- gevoerd: ❒ BESTUURDERSPORTIER ONTGRENDELEN ❒ CENTRALE PORTIERVERGRENDELING BIJ RIJ- VEILIGHEID “MY CAR” INSTELMENU DENDE AUTO Het aantal menu-instellingen is afhankelijk van de uit- ❒ AUTOCLOSE (uitvoeringen met Easy go) voering van de auto. Als de auto is uitgerust met het ❒ EENHEID “AFSTAND” Connect Navigatiesysteem, worden de menu-instellin- EN RIJDEN STARTEN gen op het betreffende display weergegeven met uit- ❒ EENHEID “VERBRUIK” zondering van “Snelheidslimiet” en “Gevoeligheid ❒ EENHEID “TEMPERATUUR” schemersensor instellen” die op het multifunctionele display worden weergegeven. ❒ VOLUMEREGELING TOETSEN EN BERICHTEN LAMPJES Met het “Instelmenu” kunnen met de bedieningsknop- ❒ VOLUMEREGELING WAARSCHUWINGSZOE- pen (zie “Bedieningsknoppen” op de vorige pagina’s) MER de volgende instellingen worden uitgevoerd: ❒ TAAL INSTELLEN ❒ SNELHEIDSLIMIET GEVALLEN ❒ WAARSCHUWINGSZOEMER SBR (Seat Belt NOOD- ❒ SCHEMERSENSOR INSTELLEN AUTOMATISCHE Reminder) WEER ACTIVEREN (*) KOPLAMPEN (indien aanwezig) ❒ GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD ❒ TRIP B ONDERHOUD EN ZORG ❒ MENU VERLATEN ❒ KLOK INSTELLEN Als de auto is uitgerust met het Connect ❒ TIJDWEERGAVE Navigatiesysteem kunnen “Herhaling informatie audio- TECHNISCHE systeem” en “Telefooninformatie” op het multifunctio- GEGEVENS ❒ DATUM INSTELLEN nele display van het instrumentenpaneel worden inge- ❒ INFORMATIE AUDIOSYSTEEM HERHALEN steld. (*) Functie wordt alleen weergegeven als het systeem ALFABETISCH door de Fiat-dealer is uitgeschakeld. REGISTER 31
  • 33. EN BEDIENING DASHBOARD STARTCONTROLE Als u de contactsleutel in de stand MAR draait, wordt op het multifunctionele display “Check bezig” weergegeven: de fase waarin een diagnose wordt uitgevoerd van alle elektronische systemen in de auto is begonnen; deze fase duurt enkele seconden (alleen bij de JTD- en Multijet-uitvoeringen wordt op het display ook het motoroliepeil weergegeven; zie de volgende paragraaf). Als tijdens deze fase geen storing wordt gevonden en de motor is gestart, VEILIGHEID dan verschijnt het bericht “Check ok” op het display. Als op het display een storing wordt EN RIJDEN STARTEN weergegeven, zie dan de paragraaf “Lampjes en berichten” in dit hoofd- stuk. EN BERICHTEN LAMPJES Motor gestart? JA GEVALLEN Geen storingen NOOD- aanwezig NEE ONDERHOUD EN ZORG Alleen JTD- en Multijet-uitvoe- ringen of Weergave standaardscherm TECHNISCHE GEGEVENS Het onderhoudsschema voorziet elke 20.000 km (of elke 12.000 mijl) of ieder jaar in een servicebeurt; deze weergave verschijnt automa- tisch als de sleutel in stand MAR staat, vanaf 2.000 km (of 1.240 mijl) of 30 dagen voor de servicebeurt. De weergave wordt elke 200 km ALFABETISCH (of elke 124 mijl) of om de drie dagen weergegeven. Als u dicht bij de volgende servicebeurt bent en u de contactsleutel in stand MAR REGISTER draait, verschijnt op het display het opschrift service gevolgd door het aantal kilometers of dagen dat resteert tot de volgende service- beurt. De informatie van het “Geprogrammeerd onderhoud” wordt aangegeven in kilometers (km) of mijlen (mijl) of dagen (dd), afhanke- lijk van de eerstvolgende servicebeurt. Wendt u tot de Fiat-dealer voor het uitvoeren van de werkzaamheden van het “Onderhoudsschema” of van het “Jaarlijks inspectieschema”, en voor het op nul zetten van deze weergave (reset). 32
  • 34. Motoroliepeil controleren (uitvoeringen JTD en Multijet) EN BEDIENING DASHBOARD Als u de contactsleutel in stand MAR draait, wordt op het multifunctio- nele display enkele seconden het motoroliepeil weergegeven. Tijdens deze fase kan de weergave worden onderbroken en naar het volgende scherm worden doorgegaan door b in te drukken. VEILIGHEID F0C2002i BELANGRIJK Het motoroliepeil wordt alleen juist weergegeven als de auto op een vlakke ondergrond staat. Deze weergave toont het juiste oliepeil. Naarmate het oliepeil daalt, ver- EN RIJDEN STARTEN anderen de dichte rondjes in open rondjes. EN BERICHTEN LAMPJES Deze weergave toont het oliepeil onder de voorgeschreven minimum waarde. Herstel het juiste motoroliepeil (zie “Niveaus controleren” in GEVALLEN het hoofdstuk “Onderhoud en zorg”). NOOD- F0C2111i ONDERHOUD EN ZORG Deze weergave toont het oliepeil boven de voorgeschreven maximum TECHNISCHE waarde. Wendt u tot de Fiat-dealer voor het herstellen van het juiste GEGEVENS motoroliepeil. F0C2003i ALFABETISCH REGISTER 33
  • 35. EN BEDIENING DASHBOARD BESCHRIJVING VAN HET MENU Het menu bestaat uit een aantal functies dat “cyclisch” wordt weergegeven. De functies kunnen met de knoppen Õ en Ô worden gekozen, waarna u keuzemogelijkheden kunt selecteren of instellingen kunt uitvoeren (zie de voor- beelden “Taal” en “Instel. datum” in onderstaand schema); zie voor meer informatie “Toegang tot menuscherm” op de volgende pagina’s. VEILIGHEID Frans Dag Engels Duits Bijvoorbeeld: EN RIJDEN Jaar Maand STARTEN Italiaans Spaans Portugees EN BERICHTEN TRIP B REG. KLOK b LAMPJES SCHEMERSENSOR Bijvoorbeeld: SNELH. LIM. WEERG. KLOK MENU VERLATEN b INSTELLEN DATUM SERVICE GEVALLEN NOOD- TAAL AUDIO HERH. ONDERHOUD EN ZORG VOL. ZOEMER ACHTERKLEP ONAFH. TECHNISCHE GEGEVENS ONTGR. BEST. PORT. VOL. TOETSEN VERGR. PORT. EENHEID TEMP. ALFABETISCH AUTOCLOSE REGISTER VERBRUIK EENHEID AFST. 34
  • 36. TOEGANG TOT MENUSCHERM EN BEDIENING DASHBOARD Na de “Startcontrole” kunt u toegang krijgen tot het menuscherm door de knop b in te drukken. Druk op de knop Õ of Ô om in het menu te navigeren. BELANGRIJK Als gedurende 60 seconden geen enkele handeling wordt uitgevoerd, dan wordt automatisch het VEILIGHEID menu verlaten en het vorige scherm weergegeven. In dat geval wordt de laatst gekozen instelling die niet bevestigd is (met de knop b), niet opgeslagen. De handeling moet dus opnieuw worden uitgevoerd. Als de auto in beweging is, kan alleen toegang worden verkregen tot een beperkt menu (instellen van EN RIJDEN “Snelheidslimiet” en “Gevoeligheid schemersensor instellen”). STARTEN Als de auto stilstaat, kan toegang worden verkregen tot het uitgebreide menu. Als de auto is uitgerust met het Connect Navigatiesysteem, is het menu beperkt: alle andere instellingen kunnen EN BERICHTEN worden gewijzigd in het Connect Navigatiesysteem zelf. LAMPJES In het volgende schema worden de beschreven mogelijkheden weergegeven. GEVALLEN NOOD- ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 35