Vervroegde uittreding in België: een ommekeer in zicht?
Arbeiders en bedienden op weg naar het eenheidsstatuut convergentie of levelling up(18+19 06 2013)de
1.
2. Arbeiders en bedienden op weg
naar het “eenheidsstatuut”:
convergentie of “levelling up”?
Bart Adriaens en Nicholas Thoelen
Advocaten Claeys & Engels
Panelgesprek Accent Jobs for People
18 en 19 juni 2013
5. 5
Wat bepaalt het statuut?
Artikel 2 AOW: een werkman verricht in hoofdzaak handarbeid
Artikel 3 AOW: de bediende verricht in hoofdzaak hoofdarbeid
Rechtspraak Hof van Cassatie:
• aard van het werk is enige criterium
• aard van het werk wordt bepaald door voornaamste bezigheid
• voornaamste bezigheid is niet noodzakelijk diegene waaraan
de meeste tijd wordt besteed
1 Situering
8. 2 Verschillende behandeling op het vlak van...
8
Opzeggingstermijnen
Carensdag
Duur proeftijd
Vakantiegeld
Gewaarborgd loon bij ziekte
Economische werkloosheid
Willekeurig ontslag
Concurrentiebeding
Tijdstip betaling loon
Arbeidsduur
Sociale zekerheidsbijdragen
Paritaire comités
Sociale verkiezingen
Vakbondsafvaardiging
Samenstelling arbeidsgerechten
9. 3 Arrest van het Grondwettelijk Hof van 7 juli 2011
9
“prejudicieel” arrest
verschil in behandeling tussen arbeiders en bedienden op vlak van:
• opzeggingstermijnen (art. 59 AOW)
• carensdag (art. 52, 1, 2de-4de lid AOW)
strijdig met grondwettelijk gelijkheidsbeginsel (ongrondwettig)
MAAR:
• gevolgen van beide ongrondwettige wetsbepalingen worden
gehandhaafd tot wetgever nieuwe bepalingen aanneemt
• uiterlijk tot 8 juli 2013
10. 3 Arrest van het Grondwettelijk Hof van 7 juli 2011
10
Gevolgen van arrest na 8 juli 2013 indien geen wetgevend optreden:
• enkel art. 59 AOW en art. 52, 1, 2de-4de lid AOW ongrondwettig
• geen uitspraak over andere verschillen nieuwe prejudiciële vraag
• ongrondwettige bepalingen buiten toepassing laten
• “extrinsieke lacune” in de wetgeving door ongrondwettigheid
– lacune ligt buiten de getoetste wetsbepaling
– door ongrondwettigheid ontbreekt regel die wel van toepassing
is op arbeiders
“levelling up” naar regeling voor bedienden?
11. 3 Arrest van het Grondwettelijk Hof van 7 juli 2011
11
Gevolgen van arrest na 8 juli 2013 indien geen wetgevend optreden:
• Rechtspraak Hof van Cassatie + rechtsleer:
– indien lacune vereist dat andere regeling wordt ingevoerd en
– indien andere regeling “een hernieuwde maatschappelijke afweging
door de wetgever of een aanpassing van wetsbepalingen vereist”
rechter mag zich niet in de plaats van de wetgever stellen
• Overheidsaansprakelijkheid indien wetgever niet (tijdig) ingrijpt?
Probleem: Hoe groot is de schade?
12. 4 Ideeën in de richting van een eengemaakt statuut
12
Deadline 8 juli 2013
• verschil in opzeggingstermijnen
• carensdag
Overleg tussen sociale partners heeft niets opgeleverd
Federale Regering (Monica De Coninck) heeft dossier naar zich toe
getrokken
Loonkostenproblematiek
Prioriteit voor oplossing opzeggingstermijnen (en carensdag)
13. 4 Ideeën in de richting van een eengemaakt statuut
13
14. 4 Ideeën in de richting van een eengemaakt statuut
14
Voorstel ACV:
• “globale” oplossing op 7 terreinen
– Proeftijd
– Uitbetaling loon
– Vakantieregeling
– Arbeidsongeschiktheid (en carensdag)
– Extra werkzekerheidsmaatregelen
– Tijdelijke werkloosheid
– Ontslag
• ontslagregeling bedienden uitbreiden voor iedereen:
– 1 maand opzeg per begonnen dienstjaar met
– minimum van 3 maanden opzeg
15. 4 Ideeën in de richting van een eengemaakt statuut
15
Voorstel ABVV:
• “Stap voor stap verschillen opheffen” en voorrang aan
opzeggingsregeling en afschaffing carensdag
• Opzeggingsregeling (loon < of ≥ geïndex. plafond van 43.194 EUR):
– < plafond: 3 maanden per begonnen schijf van 5 jaar anciënniteit
– ≥ plafond: 30 dagen per begonnen dienstjaar met een minimum van
3 maanden per begonnen schijf van 5 jaar
• Beperkte overgangsperiode om arbeiders toe te laten bij de
opzeggingstermijn van bedienden aan te sluiten
• Regelgeving inzake willekeurig ontslag geldt voor alle werknemers
(motivering)
16. 4 Ideeën in de richting van een eengemaakt statuut
16
Voorstel ACLVB:
• Ideeën op vlak van ontslagrecht, ziekte, tijdelijke
werkloosheid, vakantiegeld, proefperiode, ...
• Elk individueel ontslag moet gemotiveerd worden maar
“In geen geval mag de motivatieplicht een negatief gevolg hebben voor het
dossier van de werknemer indien hij in de toekomst werkloos wordt.”
• Werknemer moet worden verhoord vóór ontslag
• Opzeggingstermijnen:
Anciënniteit Duur opzegging
< 5 jaar 3 maanden
≥ 5 jaar en < 8 jaar 6 maanden
≥ 8 jaar 1 maand per jaar anciënniteit
17. 4 Ideeën in de richting van een eengemaakt statuut
17
Voorstel VBO:
• Arbeiders = bedienden = extra loonkostenhandicap van gemiddeld 2
tot 4 %
• Voor wat betreft de opzeggingstermijnen:
– interprofessionele onder- en bovengrens:
ondergrens = max. Europees gemiddelde inzake opzegtermijnen =
4,5 maanden
bovengrens = max. dubbele van Europees gemiddelde = 9 maanden
– op sectorniveau opzeggingstermijnen vastleggen tussen twee grenzen
• Outplacement en vorming (activering i.p.v. passieve sociale bescherming)
• Ontslagmotivering: regeling “willekeurig ontslag” ook voor bedienden,
doch met gedeelde bewijslast
18. 5 Twaalf vragen voor de sociale partners...
1) Kan het helpen om tegen 9 juli het werk te concentreren op:
- de opzegtermijn
- de carensdag
Als het antwoord bevestigend is, is het dan niet aangewezen om een concrete agenda vast te
leggen voor de bespreking van de andere punten in een tweede fase?
2) Welk van de drie volgende systemen geniet jullie voorkeur:
- onmiddellijke toepassing van een nieuw systeem voor iedereen
- een nieuw systeem voor de nieuwe contracten
- een cliquetsysteem
Zijn er uitzonderingen mogelijk?
3) Vanaf welke datum zien jullie de nieuwe opzegtermijnen
in werking treden?
18
19. 4) Kan het helpen als de bestaande ontslaguitkeringen voor de arbeiders worden omgevormd tot
ontslaguitkeringen voor elkeen (A/B) met een brutosalaris onder 1800 euro en dat deze nieuwe
ontslaguitkering in aanmerking wordt genomen als vergoeding bij de berekening van de opzeg?
Denken jullie dat andere modaliteiten dan het salaris gebruikt zouden kunnen worden, zoals bijvoorbeeld een
differentiatie per sector, binnen een algemeen eengemaakt kader?
5) Kan het bovendien helpen dat de sectorale complementen uit de sectorfondsen zouden gebruikt worden om
de kost van de opzegtermijnen te compenseren?
6) Kan het helpen om de berekeningswijze van het vakantiegeld te laten evolueren wat de opzegvergoeding
betreft om de harmonisering van de opzegtermijnen te faciliteren?
7) Is het te overwegen dat de impact van een hervorming gesolidariseerd
wordt tussen de verschillende sectoren?
19
20. 20
8) Zou het kunnen helpen om een algemeen geüniformiseerd kader uit te werken voor het nieuwe systeem
van de proefperiode met specifieke modaliteiten per sector en/of per salarisniveau?
9) Kan het helpen dat de opleiding tijdens de gewerkte periode en het al dan niet aanbieden van outplacement
in aanmerking wordt genomen voor het vastleggen van de opzegtermijn?
10) Er bestaan verschillende systemen zoals CAO 75 +15 %, de hogere bedienden en de lagere bedienden.
Zou het kunnen helpen om als werkbasis een systeem te nemen dat ongeveer overeenstemt met een
intermediair traject, om een compromis uit te werken tussen de bestaande systemen, rekening houdend met
de antwoorden op de overige vragen? Kan men eveneens een plafond voorzien?
11) Zou een uniformisering van de motivering, zodat iedere werknemer het recht krijgt om te weten om
welke reden hij/zij ontslagen wordt, kunnen bijdragen tot een oplossing?
12) Op welke manier kan de carensdag als element van een globale
oplossing gezien worden?