2. In mijn omgevingsanalyse wil ik de nadruk leggen op het thema mediagedrag
van jongeren en met name de onderdelen online identity/privacy versus
publicity en cyberpesten. Hierbij probeer ik me te beperken tot onderzoeken
die in de laatste drie jaar zijn uitgevoerd of nog lopen.
3. De politiek
Sinds de Raad voor Cultuur in 2005 het advies mediawijsheid uitbracht staat
mediawijsheid en het mediagedrag van jongeren op de politieke agenda.
Jongeren worden beschouwd als de kiezers van de toekomst. Mede om deze
potentiële kiezers al vroeg aan zich te binden maken politieke partijen steeds
vaker gebruik van digitale media als Twitter en Hyves. Tijdens de
gemeenteraadsverkiezingen van 2010 maakt Almeerse partijen bijvoorbeeld
gebruik van Twitter en Youtube.
Hoewel een aantal partijen het nut nog niet inziet van sociale media als
medium in de verkiezingsstrijd werden Hyves en Twitter door andere partijen
zoals GroenLinks wel ingezet tijdens de landelijke verkiezingen. Femke
Halsema gaf aan dat volgens haar sociale media politici de mogelijkheid geeft
zelf de regie over hun opvattingen terug te krijgen. Tijdens de verkiezingen van
2010 werd voor het eerst een chatdebat, een twitterdebat en een hyvesdebat
gehouden.
4. De politiek
Aan de andere kant is de overheid zich er ook van bewust dat verkeerd
mediagedrag gevolgen voor jongeren kan hebben. Hoewel pesten en dus ook
cyberpesten niet strafbaar is in Nederland, is (digitale) stalking/belaging dat
bijvoorbeeld wel. Het ministerie van OC&W financiert een aantal projecten en
kenniscentra rond mediagedrag om professionals en opvoeders te
ondersteunen, zoals:
•
Expertisecentrum voor Mediawijsheid
(Inhoudelijke) doel is het bevorderen van een bewuste, kritische en actieve
houding van burgers en instellingen in de gemedialiseerde samenleving.
•
Centrum School en Veiligheid
Verzamelt en verspreidt informatie en deskundigheid op het gebied van
schoolveiligheid en adviseert
schoolleiders, leraren/docenten, mentoren, leerlingbegeleiders, vertrouwens(
contact)personen, onderwijsondersteunend personeel etc.
5. Onderzoek
Het mediagedrag van jongeren is sinds de opkomst van internet regelmatig
onderwerp van gesprek. Hierbij schuift de focus van het onderzoek van de
praktische zoekvaardigheden van jongeren naar het gebruik van sociale media
en van het aantal uren dat er op internet besteed wordt naar wat men dan
daadwerkelijk doet op internet. Er wordt wel gesignaleerd dat jongeren
steeds meer tijd doorbrengen op internet en specifiek op profielsites en MSN
maar er wordt vooral onderzocht welke gevaren ze hierbij tegenkomen.
Onderzoekers benadrukken deze gevaren van sociale media en bevelen ouders
aan toch vooral hun kinderen goed in de gaten te houden om problemen tijdig
te signaleren.
Onderzoek naar de positieve invloed van sociale media wordt bijna niet
gedaan. Een uitzondering hierop is het onderzoek van Alexander Scouten. In
zijn onderzoek ‘Adolescents online, self-disclosure and self-presentation’ uit
2007 betoogt hij dat het gebruik van profielsites juist een positieve invloed
kunnen hebben op jongeren.
6. Onderzoek
Voorbeelden van andere onderzoeken:
•
Het onderzoeksproject ‘Jongeren en Cybersafety’, (start september 2009) heeft als
doelstelling: ‘Het beschrijven en begrijpen (verklaren) van onveiligheid van jeugd in
cyberspace en het vertalen van de verworven inzichten naar uitvoerbare & effectieve
maatregelen ter vergroting van die veiligheid.’ De looptijd van dit project is vier jaar.
•
In juli 2010 verscheen de resultaten van het behoeftenonderzoek
mediawijzer, uitgevoerd in opdracht van het Expertisecentrum voor Mediawijsheid
onder kinderen van 10 to 14 jaar. Hieruit blijkt dat ouders en kinderen hun
mediavaardigheden beiden overschatten.
•
In 2008 verscheen het proefschrift van dr. Danah Boyd, getiteld ‘Taken Out of Context:
American Teen Sociality in Networked Publics’. Het documenteert haar onderzoek naar
de manier waarop Amerikaanse jongeren omgaan met sociale netwerken, d.w.z.
zichzelf presenteren, omgaan met anderen en hun weg leren vinden in de wereld van
volwassenen.
7. En in andere landen?
Sinds de schietpartij op een school in Winnenden (april 2009) is mediagedrag
en met name het spelen van zgn. killergames onderwerp van debat in
Duitsland. De 17-jarige schutter was depressief, teruggetrokken en een
fanatiek speler van Counterstrike. In 2002 vond een dergelijk incident plaats in
Erfurt.
In beide gevallen waren de schutters fanatieke (killer)gamers en hadden ze
hun acties op chatsites aangekondigd. Er ontstond er een debat over
gewelddadige games en de invloed van internet op het gedrag van jongeren
waar ook enkele politici zich in ging mengen. In 2009 werd een wetsvoorstel
ingediend voor een verbod op gewelddadige games.
8. En in andere landen?
Dergelijke drama’s hebben zich ook voorgedaan in Amerika al wordt het
daaropvolgende debat daar ook toegespitst op wapenbezit.
Cyberpesten wordt ook in Amerika steeds serieuzer genomen. In maart
2010 oordeelde de appeals court in Californië bijvoorbeeld dat online
dreigingen van geweld niet vallen onder de bescherming van vrijheid van
meningsuiting al kunnen sociale media niet verantwoordelijk gehouden
worden voor dit soort postings. Door deze uitspraak kunnen cyberpesters
berecht worden voor zogenaamde ‘hate crimes’.
9. Wie zijn belangrijk?
• Experisecentrum voor mediawijsheid en hun website
www.mediawijzer.net
• CyREN Jeugd (Cybersafety Research and Education Network)
www.cyren-jeugd.nl
• Mijn kind online http://mijnkindonline.nl/
• Raad voor Cultuur http://www.cultuur.nl/dossiers_vervolg.php?id=124
• Digiraad http://www.digiraad.net/
10. Kunnen we een voorbeeld aan nemen
•
SplitsZ, een online project om jongeren wijzer te maken in sociale netwerken op internet. Hoe
profileer je je? Hoe manage je je imago op internet? Hoe ga je verantwoord met internet om? Het
project bestaat uit een game met online werkomgeving aangevuld met thuisopdrachten en
debatten in de klas. Doelgroep: Onderbouw vmbo/havo/vwo
www.splitsz.nl
•
Bullying Prevention Initiative, een compleet programma ter preventie van (cyber)pesten
http://tinyurl.com/35yqjfs
•
Veilig internet/digipesten. In samenwerking met de ouders en Bureau Halt gaan kinderen van 11
tot 13 jaar op een creatieve manier aan de slag om de gevaren van internet en digipesten te
omschrijven.
http://tinyurl.com/2ca7fg3
•
InternetMemorie, ontwikkeld i.s.m. Mijn Kind Online. Spel dat zich richt op internetgedrag van
kinderen in groep 5 en 6.
http://www.4pip.nl/internetmemorie.html